Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2320/GB, 5 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2320/GB

Betreft: [klager] datum: 5 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.M. van Dam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 20 februari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil worden overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel vanwege de afstand tussen Ter Apel en de locatie Nieuwegein, de hoge reiskosten en de gesteldheid van zijn moeder. Klager ontvangt hierdoor slecht sporadisch bezoek. Klagers familie is afkomstig uit
de omgeving van Ter Apel. Klager is licht zwakzinnig en autistisch en hij dient de nodige aandacht te krijgen van zijn moeder. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede
rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Op deze regel zijn echter uitzonderingen mogelijk en klager meent dat de hiervoor genoemde omstandigheden reden geven om van deze regel af te wijken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Utrecht. Het is voor de Dienst Vervoer en Ondersteuning niet haalbaar om klager tijdig aanwezig te laten zijn bij een zitting van de rechtbank Utrecht indien klager wordt overgeplaatst naar de p.i.
Ter
Apel. De selectiefunctionaris ontkent niet dat het voor klagers bezoek lastig is om klager te bezoeken in het h.v.b. van de locatie Nieuwegein. In dit geval weegt het feit dat een preventief gehechte zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting
dient
te worden geplaatst echter zwaarder. Klager kan na een veroordeling in eerste aanleg zijn voorkeur kenbaar maken voor plaatsing in een gevangenis in de regio Ter Apel.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en dat zij, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een dergelijke bijzondere
omstandigheid worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 5 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven