Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3008/SGA, 27 september 2012, schorsing
Uitspraakdatum:27-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3008/SGA

Betreft: [klager] datum: 27 september 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. K.G.L. Bovens, namens

[...], verder verzoeker te noemen, thans (administratief) verblijvende in de PIA Roermond.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de penitentiaire inrichting administratief (PIA) Roermond d.d. 24 september 2012, inhoudende de
oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 24 september 2012 om 13.30 uur en eindigende op 7 oktober 2012 om 13.30 uur, wegens diverse positieve uitslagen op
cocaïnegebruik bij urinecontroles. De beslissing maakt weliswaar melding van een ordemaatregel van veertien dagen, maar nu 24 september 2012 als ingangsdatum wordt genoemd en 7 oktober 2012 als einddatum gaat de voorzitter ervan uit dat er sprake is
van
een vergissing. Deze ordemaatregel is opgelegd in afwachting van herselectie door de selectiefunctionaris.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 26 september 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 26 september 2012. De secretaris van de beklagcommissie bij voormelde p.i. heeft nog niet gereageerd op
het verzoek om inlichtingen.

1. De beoordeling
De secretaris van de beklagcommissie bij voormelde p.i. heeft nog niet gereageerd op het verzoek om inlichtingen. Nu het door verzoeker bij zijn schorsingsverzoek als produktie bijgevoegde klaagschrift door de Raad is doorgezonden naar de
beklagcommissie, gaat de voorzitter er van uit dat de beklagcommissie de klacht inmiddels heeft ingeboekt.
Verzoeker kan derhalve in zijn verzoek worden ontvangen.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Verzoeker is – onder verantwoording van de Penitentiaire Inrichting Administratief (PIA) Roermond - deelnemer aan het penitentiair programma (p.p.) met elektronisch toezicht, aan welke deelname bepaalde voorwaarden zijn verbonden. Verzoeker heeft door
harddrugs te gebruiken deze voorwaarden geschonden. Dit gebruik is gebleken uit diverse positieve uitslagen van urinecontroles. Verzoeker heeft zelf ook toegegeven harddrugs te hebben gebruikt. In afwachting van de beslissing van de
selectiefunctionaris
over het al dan niet beëindigen van het penitentiair programma en eventuele plaatsing in een gesloten inrichting heeft de directeur verzoeker onderhavige ordemaatregel opgelegd teneinde te voorkomen dat verzoeker zich schuldig zal maken aan
ontvluchting.
Nu er op dat moment geen beslissing van de selectiefunctionaris was omtrent de beëindiging van het penitentiair programma en ook geen beslissing tot tijdelijke plaatsing in een gesloten inrichting die bij de PIA hoort (in afwachting van definitieve
overplaatsing naar een gewone inrichting) was de directeur van de PIA echter niet bevoegd verzoeker vast te zetten en vervolgens in afzondering te plaatsen. Immers, op grond van artikel 15, derde lid van de Pbw is de selectiefunctionaris bij
uitsluiting
bevoegd te beslissen over de beëindiging van de deelname aan een penitentiair programma en over plaatsing en overplaatsing in het kader van die beslissingen. In artikel 9 van de Penitentiaire maatregel is niet voorzien in een bevoegdheid van de
directeur tot plaatsing in afzondering van een gedetineerde die niet langer aan de voorwaarden voor deelname aan een penitentiair programma voldoet. De door de directeur aangehaalde artikelen 23 en 24 van de Pbw zijn niet van toepassing in een situatie
als de onderhavige waarin de gedetineerde in de PIA en niet in een gewone p.i. verbleef. Dit betekent dat de directeur in het onderhave geval, nu er op 24 september 2012 geen beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van het penitentiair
programma en tot plaatsing in een gesloten inrichting van klager was, niet bevoegd om verzoeker in afzondering te plaatsen in de locatie Roermond. Nu de door de directeur genomen beslissing in strijd is met een wettelijk voorschrift, dient het
schorsingsverzoek te worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op onderhavig beklag zal hebben beslist de beslissing van de directeur van 24 september 2012.

Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 27 september 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven