Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2657/GB, 18 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2657/GB

Betreft: [klager] datum: 18 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.I. Cambier, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 16 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 24 september 2012 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Sevenum ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is op 5 juni 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen. Voornoemde uitspraak is op 20 juni 2012 onherroepelijk geworden. Op 10 augustus 2012 is klaagster opgeroepen om zich op 24 september 2012 te melden in de b.b.i. van de
locatie Ter Peel.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris gaat voorbij aan hetgeen is bepaald in artikel 558a Sv. Klaagster heeft een gratieverzoek ingediend. Zij is door de kantonrechter veroordeeld tot een vrijheidsstraf voor de duur van twee weken. Klaagster voldoet aan de in
artikel
558a Sv opgesomde criteria en daardoor heeft het gratieverzoek opschortende werking van rechtswege. In klaagsters geval is tevens sprake van bijzondere omstandigheden. Het gratieverzoek is gebaseerd op het feit dat klaagster de zorg heeft over haar
tweejarige dochter. De kantonrechter zou, als hij van deze omstandigheid op de hoogte was geweest, waarschijnlijk een taakstraf aan klaagster hebben opgelegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft naar aanleiding van het door klaagster ingediende beroepschrift nogmaals contact opgenomen met het Bureau Gratie van de Dienst Justis. Het Bureau Gratie heeft wederom aangegeven dat het ingediende gratieverzoek de
tenuitvoerlegging van de straf niet opschort.
In de brief van 10 augustus 2012 is klaagster op de mogelijkheid gewezen dat zij zich, indien er problemen zijn met betrekking tot de opvang van haar kind, kan melden bij het Bureau Jeugdzorg of het Centrum voor Werk en Gezin in haar woonplaats.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Ter Peel is een inrichting voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de stukken blijkt dat namens klaagster een gratieverzoek is ingediend binnen drie maanden nadat het vonnis waarvan gratie wordt verzocht onherroepelijk is geworden. In dat geval wordt, gelet op het bepaalde in artikel 4, vierde lid onder a,
van de Gratiewet, in beginsel geen gratie verleend. Namens klaagster is echter aangevoerd dat er nieuwe omstandigheden zijn. Uit de door de beroepscommissie nader opgevraagde informatie bij het Bureau Gratie van de Dienst Justis komt naar voren dat
thans nog niet is gebleken van een nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de Gratiewet. Het namens klaagster ingediende gratieverzoek heeft derhalve geen opschortende werking van rechtswege. Het beroep zal dan ook ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 18 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven