Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1588/GA, 18 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1588/GA

betreft: [klager] datum: 18 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 april 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Havenstraat te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord. De directeur van de locatie Havenstraat is zonder bericht niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het gebruik van disproportioneel geweld door het personeel jegens klager bij gelegenheid van klagers visitatie en overplaatsing naar de afzonderingscel, waardoor klager letsel heeft opgelopen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 28 november 2011, om 6:30 uur, kwamen p.i.w.-ers klagers cel in. Klager lag nog te slapen en werd daardoor wakker. Hij heeft tegen de p.i.w.-ers
gezegd
dat als ze hem zouden vertellen wat ze zoeken, hij hun dit zou geven. Klager werd door de p.i.w.-ers uit zijn cel gehaald. Het was hem niet duidelijk wat de p.i.w.-ers van hem wilden en hij dacht dat het om een urinecontrole ging. Daarom is klager naar
de ruimte waar de urinecontroles worden afgenomen, toegelopen. De p.i.w.-ers begonnen toen te duwen en te trekken en hebben klager geboeid. Hij is vervolgens naar een isolatiecel gebracht. In de isolatiecel hebben de p.i.w.-ers klager bij zijn
achterhoofd en schouders vastgepakt en hem op de grond geduwd. Hij is hard met zijn hoofd op de grond terechtgekomen. Daarbij is ook zijn horloge beschadigd. Vervolgens hebben de p.i.w.-ers klagers broek naar beneden getrokken. Toen klager eindelijk
begreep wat de bedoeling was, heeft hij zichzelf verder uitgekleed. Desgevraagd heeft klager ter zitting naar voren gebracht dat hij niet weet wat het woord ‘visiteren’ betekent. Hij

verstond dat tegen hem werd gezegd dat hij ‘visite’ zou krijgen, hetgeen hij niet begreep daar hij nooit bezoek krijgt. Klager heeft er geen bezwaar tegen als zijn cel wordt geïnspecteerd. Dat klager zichzelf aan het verwonden was, is onjuist.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Naar het oordeel van de beroepscommissie is het, gelet op hetgeen klager ter zitting naar voren heeft gebracht, voldoende aannemelijk dat klager de betekenis van het woord ‘visiteren’ niet kende. In dat kader acht de beroepscommissie het voldoende
aannemelijk dat aan klager onvoldoende duidelijk is uitgelegd dat hij moest worden gevisiteerd en dat het klager mitsdien niet duidelijk was wat, toen de p.i.w.-ers zijn cel binnenkwamen, precies van hem werd verwacht. Daardoor kan in redelijkheid niet
worden aangenomen dat klager zich moedwillig heeft verzet tegen zijn visitatie. De beroepscommissie is van oordeel dat er onder bovengenoemde omstandigheden onvoldoende noodzaak bestond om jegens klager geweld toe te passen. De beroepscommissie zal het
beroep derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager, voor het door hem geleden ongemak, een tegemoetkoming van € 15,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 18 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven