Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1505/TA, 6 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1505/TA

betreft: [klager] datum: 6 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 mei 2012 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting, waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede de raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten. Bij brief van 27 augustus 2012 heeft
mr.
M.J. van Essen zich als opvolgend raadsvrouw gesteld. Zij is in de gelegenheid gesteld het beroep nader toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet meer gebruik kunnen maken van het abonnement bij de sportschool te Hoogeveen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Het is niet zo dat het niet meer naar de sportschool in Hoogeveen mogen gaan gelijk viel met het intrekken van de machtiging begeleid verlof in december
2011. Klager mocht al niet meer naar de sportschool sinds zijn overplaatsing in juni 2011 naar de afdeling De Toets. Klager kreeg geen toestemming van zijn nieuwe hoofd behandeling. Uiteindelijk heeft klager ondanks stopzetting van het abonnement en
kwijtschelding van een deel van het abonnement toch rekeningen moeten betalen aan de sportschool, terwijl hij vanwege de beslissing van de inrichting hiervan geen gebruik mocht maken. Klager acht het redelijk dat hij hier wel voor gecompenseerd wordt.
Het betreft de periode van juni 2011 tot en met december 2011, derhalve zeven maanden. Het gaat om een bedrag van € 245,=.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt omtrent het niet toekennen van een tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat de sportschool het abonnementsgeld over het laatste kwartaal van 2011 heeft kwijtgescholden en het abonnement per 1 januari 2012 heeft stopgezet. De beklagcommissie zag derhalve geen aanleiding om een tegemoetkoming toe te
kennen.
In beroep wordt aangevoerd dat klager al sinds juni 2011 niet meer de sportschool in Hoogeveen mocht bezoeken. Klager heeft echter eerst op 2 februari 2012 beklag ingesteld. De beroepscommissie is van oordeel dat klager thans niet ook over de periode
van juni 2011 tot september 2011, wat er ook van zij van de beslissing van de inrichting om klager na zijn plaatsing op een andere afdeling in juni 2011 geen toestemming te verlenen de sportschool in Hoogeveen te bezoeken, een tegemoetkoming kan
vragen.
Indien klager het niet eens was met voornoemde beslissing van de inrichting had hij daartegen in juni 2011 beklag moeten instellen. Voorts is door klagers raadsvrouw een bedrag van € 245,= genoemd zonder dat dit nader is gespecificeerd.
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven