Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2102/GB, 11 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2102/GB

Betreft: [klager] datum: 11 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.L.P. Biesmans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 juli 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Roermond. Op 31 mei 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager betwist het feit dat hij geen medewerking heeft verleend aan reïntegratieactiviteiten. Gelet op de aard van klagers detentie, te weten het herroepen van de voorwaardelijke invrijheidstelling, bestaat er voor klager in beginsel geen enkele uit de
wet voortvloeiende verplichting om deel te nemen aan dergelijke activiteiten. Klager heeft desalniettemin in april 2012 een contract met het Veiligheidshuis district Sittard ondertekend en er is een ‘Plan Persoonsgerichte Aanpak Veiligheidshuis’
opgesteld. Klager heeft het hoger beroep tegen de uitspraak van de politierechter van 3 maart 2011 ingetrokken, waardoor ook de intrekking van klagers voorwaardelijke invrijheidsstelling definitief werd. Het intrekken van het hoger beroep werd als
voorwaarde gesteld voor het opstellen van het ‘Plan Persoonsgerichte Aanpak Veiligheidshuis’. Klager betwist de stelling van de selectiefunctionaris dat het contract met het Veiligheidshuis slechts betrekking heeft op praktische zaken. Het ‘Plan
Persoonsgerichte Aanpak Veiligheidshuis’ is gericht op het terugdringen van recidive. Klager heeft derhalve te kennen gegeven dat hij wil reïntegreren in de samenleving zonder strafbare feiten te plegen. Klager vindt het onterecht dat hij nog steeds
wordt afgerekend op zijn (detentie)verleden.
De overplaatsing naar de p.i. Dordrecht heeft tot gevolg dat klager, vanwege de afstand tussen Limburg en Dordrecht, verstoken blijft van contact met zijn familie en dat het plan dat is opgesteld door het Veiligheidshuis niet uitgevoerd kan worden.
Klager wenst teruggeplaatst te worden naar de locatie Roermond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een langer verblijf van klager in de locatie Roermond was door eigen toedoen van klager onwenselijk. De directeur van de locatie Roermond heeft klager, mede gelet op zijn eigen veiligheid, voorgesteld voor overplaatsing. Op het moment van beslissen was
er geen plaats in een inrichting in de regio waar klager zich na zijn detentie wil vestigen. De selectiefunctionaris heeft bij zijn beslissing rekening gehouden met het feit dat klager niet wil meewerken aan reïntegratieactiviteiten, terwijl dat gelet
op zijn detentiehistorie noodzakelijk lijkt. Klager heeft in bezwaar aangegeven dat hij een contract met het Veiligheidshuis heeft ondertekend. Het contract heeft echter slechts betrekking op praktische zaken. De selectiefunctionaris heeft contact
gehad
met het Veiligheidshuis. Een personeelslid van het Veiligheidshuis heeft aan de selectiefunctionaris medegedeeld dat een plaatsing in de regio Limburg niet noodzakelijk is voor een nakoming van het contract en de daaruit voortvloeiende acties.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om terugplaatsing naar de locatie Roermond. De selectiefunctionaris heeft klager overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht, omdat een langer verblijf van klager in de locatie Roermond door eigen toedoen van klager onwenselijk was.
Uit
het selectieadvies van 29 mei 2012 komt naar voren dat klager een loopjongen is die voor anderen geweld toepast en onrust stookt op de afdeling. Tevens wordt klager verdacht van het verhandelen van eigen medicatie en het invoeren van contrabande. Deze
in het selectieadvies opgenomen stellingen zijn echter niet nader geconcretiseerd. De stelling dat klager mede voor zijn eigen veiligheid overgeplaatst dient te worden, wordt evenmin nader geconcretiseerd. Gelet hierop is de beroepcommissie van oordeel
dat de selectiefunctionaris niet zonder nadere motivering heeft kunnen beslissen tot een overplaatsing van klager naar de p.i. Dordrecht. De beroepscommissie neemt hierbij tevens in aanmerking dat aan klager geen disciplinaire straffen en
ordemaatregelen zijn opgelegd ten aanzien van de hiervoor genoemde feiten. Ook komt plaatsing in de regio Limburg de in het veiligheidsplan omschreven acties ten goede. De beslissing van de selectiefunctionaris dient derhalve wegens gebrekkige
motivering te worden vernietigd, hetgeen tot een gegrondverklaring van het beroep dient te leiden.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 11 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven