Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1938/GB, 7 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1938/GB

Betreft: [klager] datum: 7 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 augustus 2011 in Nederland gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Maashegge te Overloon.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een p.p. afgewezen vanwege negatief gedrag dat klager eerder tijdens zijn detentie in de locatie Maasheggen zou hebben laten zien. Sinds eind maart 2012 is sprake van een positieve
verandering in het gedrag van klager. Bij een positief advies van de directeur van de locatie Maashegge zou klager medio september 2012 alsnog in aanmerking kunnen komen voor deelname aan een p.p.
Uit de stukken blijkt dat klager, gelet op de aan hem opgelegde straf en het restant daarvan, voldoet aan de eisen die artikel 4 Pbw stelt. Uit de stukken blijkt niet dat er andere omstandigheden, zoals genoemd in artikel 4 Pbw, zijn die zich tegen
deelname verzetten. Klager stelt zich op het standpunt dat zijn detentieverloop geen reden kan zijn om het verzoek tot deelname aan een p.p. af te wijzen. Het door klager geuite negatieve gedrag is noch in de beslissing noch in de daaraan ten grondslag
liggende adviezen nader feitelijk onderbouwd. Er is slechts aangegeven dat klager probeerde inrichtingsmedewerkers tegen elkaar uit te spelen. Het gestelde is op geen enkele wijze, bijvoorbeeld met een beschrijving van een concreet voorval, onderbouwd.
Indien wordt geoordeeld dat wel sprake is geweest van negatief gedrag, merkt klager op dat uit het selectieadvies volgt dat klager vanaf 19 maart 2012 zijn gedrag heeft verbeterd. Klager functioneert vanaf deze datum goed en hij heeft geen negatieve
invloed meer op het personeel of zijn medegedineerden. De politie, de reclassering, het Openbaar Ministerie (OM) en de locatie Maashegge hebben positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. Gelet op klagers strafrestant
en de periode waarin klager geen negatief gedrag heeft vertoond, is het stellen van een aanvullende termijn van drie maanden om de gedragsveranderingen te laten bestendigen niet redelijk en billijk.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een p.p. afgewezen vanwege klagers negatieve gedrag gedurende de eerste twee maanden van zijn verblijf in de locatie Maashegge. Klager was negatief in de omgang met het personeel. Klagers
gedrag is sedert medio maart 2012 verbeterd. De periode van klagers gedragsverandering was derhalve op 19 juni 2012 nog te kort. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat klager bij een positief advies van de vestigingsdirecteur na een aanvullende
termijn van drie maanden in aanmerking kan komen voor deelname aan een p.p.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit het
selectieadvies van 19 juni 2012 blijkt dat klager sedert 19 maart 2012 goed functioneert in de locatie Maashegge. Klagers gedrag bij de arbeid is vanaf het begin van zijn verblijf in de locatie Maashegge goed geweest. Klagers negatieve gedrag ten
opzichte van de personeelsleden van de locatie Maashegge is niet nader gespecificeerd en hij heeft vanwege dit negatieve gedrag slechts eenmaal een voorwaardelijke disciplinaire straf opgelegd gekregen. Nu klager reeds sinds 19 maart 2012 goed
functioneert in de locatie Maashegge, de door klager genoten vrijheden zonder problemen zijn verlopen en de politie, de reclassering, het OM en de locatie Maashegge positief hebben geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan een p.p.,
is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris niet in redelijkheid heeft kunnen beslissing tot een afwijzing van klagers verzoek. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden
opgedragen
een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 7 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven