Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2119/GM, 6 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2119/GM

betreft: [klager] datum: 6 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Zuidoost, locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 28 juni 2012 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De beroepscommissie hield zitting op 21 augustus 2012 in de p.i. Amsterdam.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Roermond heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft een nadere toelichting toegestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het ongedateerde verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, aldaar ontvangen op 30 mei 2012, betreft het niet serieus nemen van klagers klachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft in zijn beroepschrift het volgende aangevoerd. Hij heeft iedere dag hoofdpijn, ’s morgens moet hij eerst overgeven, is hij misselijk en heeft hij vreselijke pijn links onder in zijn buik en nog veel meer klachten. Sinds hij in Vught door
drie bewakers is mishandeld wil men niks vinden.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De inrichtingsarts heeft weinig toe te voegen aan de conclusies van de medisch adviseur. Na haar beoordeling is klager nog verwezen naar de maag-, darm- en leverarts in Roermond in verband met
aanhoudende darmklachten en als follow-up na eerdere verdenking op colitis (dikke darm ontsteking).

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt het volgende. Uit het His blijkt dat er regelmatig contact is met klager en dat de nodige onderzoeken worden gedaan. Nergens blijkt dat hij niet juist behandeld zou zijn. Hij is verwezen naar specialisten en besproken
binnen het PMO.
Er is voldoende aandacht aan de door klager aangevoerde medische klachten besteed. Klager is niet ter zitting verschenen om nader te concretiseren welke klachten niet op adequate wijze behandeld zouden zijn.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. S.B. de Pauw Gerlings - Döhrn, voorzitter, L.E.M. Kleipool en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 6 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven