Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0439/TA, 9 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/439/TA

betreft: [klager] datum: 9 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 november 2011 van de beklagcommissie bij het FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.J. Meijer, en namens het hoofd van voormelde inrichting [...], jurist.

Op 25 mei 2012 is namens het hoofd van de inrichting een nadere toelichting verstuurd. Een afschrift hiervan is naar klager en diens raadsman verzonden. Hierop heeft klager bij brief van 15 juni 2012 gereageerd. Een afschrift daarvan is naar het hoofd
van de inrichting gestuurd.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een maatregel van afzondering.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard voor wat betreft de oplegging van de maatregel en voor wat betreft de duur van de maatregel is de beslissing aangehouden op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het dossier is erg mager en onduidelijk. De beklagcommissie had niet tot een oordeel kunnen komen en in beroep kan ook geen behandeling plaatsvinden totdat duidelijk is wat, wanneer, waar is gebeurd. De maatregel voldoet niet aan de eisen van
proportionaliteit en subsidiariteit en de beslissing is niet gebaseerd op adequate informatie over de grond en noodzaak. Feiten en omstandigheden zoals bedoeld worden in de Nota Goed Bejegenen, versie 2010 op pagina 34 zijn niet aangegeven. Er had
volstaan kunnen worden met een time-out of andere alternatieven in plaats van een afzondering. Het voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is niet in het verslag verantwoord, want er is geen verslag. Ook is er geen uitspraak over
de
duur van de maatregel. Er is gehandeld in strijd met de goede procesorde.
Er zijn allemaal leugens verteld. Zo zijn er geen besprekingen geweest, klager mocht niet luchten en toen klager vroeg om een gesprek, werd hier pas na twee dagen tijd voor gemaakt. Klager kan zelf een magnetron bedienen en de irritaties betreffen
alleen twee bewoners. Klager heeft aangifte bij de politie gedaan. Klager scheldt niet en hij heeft aangegeven dat hij zijn eigen ding doet. De opmerking van de grote ogen heeft te maken met verbazing.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie was voldoende ingelicht om tot een uitspraak te komen.
Voorafgaand aan de oplegging van de maatregel van afzondering hebben zich vanaf 21 augustus 2011 diverse incidenten voorgedaan waarbij klager was betrokken. Hij vertoonde groepsontwrichtend gedrag waardoor de orde en veiligheid niet meer gegarandeerd
konden worden. Op 21 augustus 2011 heeft klager ruzie over een kaneelpotje en waren er irritaties naar medepatiënten. Als sociotherapie met klager in gesprek gaat ziet hij zijn eigen aandeel niet en wordt boos. Op 23 augustus 2011 irriteert klager zich
aan een medepatiënt die voor hem opkomt. Tijdens een huiskamerbespreking geeft hij aan met rust te willen worden gelaten. Hij wil niet aangesproken worden op zijn gedrag. Hij legt de schuld buiten zichzelf. Op 30 augustus 2011 komt klager in conflict
met sociotherapie en raakt wederom geïrriteerd. Als klager vervolgens op 31 augustus 2011 op zijn kamer moet wachten en dit niet doet wordt hij gewaarschuwd. Als er dezelfde dag meerdere confrontaties met medepatiënten plaatsvinden, krijgt klager de
afzonderingsmaatregel opgelegd.
Op 1 september 2011 is om 12.00 uur en 15.30 uur geprobeerd contact te maken met klager via het luikje. Ook op 2, 3 en 4 september 2011 is geprobeerd contact te maken. Dit lukte niet. Op 11 september 2011 is overgegaan op een kamerprogramma. Op 29
september 2011 zijn alle beperkingen opgeheven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Daarbij is in aanmerking genomen dat zich voorafgaande aan de
afzondering een opeenstapeling van incidenten heeft voorgedaan, waarbij klager betrokken was en tengevolge waarvan aanzienlijke onrust op de afdeling is ontstaan. In het licht van het vorenstaande en gelet op de pogingen die ondernomen zijn om klager
in
de periode voorafgaande aan de afzondering in gesprekken zijn aandeel daarin te laten zien kan de beslissing tot het opleggen van de afzondering niet onredelijk worden genoemd. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Overigens overweegt de beroepscommissie nog als volgt. Klager heeft in beroep verwezen naar de Nota Goed Bejegenen van de Raad. De Raad heeft op grond van (internationale) regelgeving, literatuur, de eigen beroepsuitspraken en adviezen en andere
bronnen
normen ontwikkeld. Deze normen zijn bij elkaar gebracht en toegelicht in de Nota Goed Bejegenen.
De beginselen kunnen steun geven aan:
- opstellers van beleid en wetgeving;
- mensen die in de praktijk met gestraften werken;
- de commissies van toezicht bij de justitiële inrichtingen, voor het beoordelen van de situatie die ze daar aantreffen en
- de Raad zelf als uitgangspunten voor advisering en rechtspraak.
Voor zover klager een beroep heeft willen doen op de Nota Goed Bejegenen faalt dit beroep. De Nota vormt geen zelfstandig toetsingskader, dat wordt namelijk gevormd door de wet- en regelgeving, en aan de Nota kunnen evenmin rechten worden ontleend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, dr. M.R. Daniel MPM en
mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris,
op 9 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven