Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2650/GB, 31 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2650/GB

Betreft: [klager] datum: 31 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.F. Aarts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 12 september 2012 te melden in het Justitieel Medisch Centrum (JMC) Haaglanden te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 23 februari 2012 tot een gevangenisstraf van 14 dagen en op 23 mei 2012 tot een gevangenisstraf van 21 dagen veroordeeld. Voornoemde uitspraken zijn op 9 maart 2012 respectievelijk 7 juni 2012 onherroepelijk geworden. Op 2 augustus 2012 is
klager opgeroepen zich op 12 september 2012 te melden in het JMC Haaglanden.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft, gezien zijn medische situatie, verzocht om nader te onderzoeken of en in hoeverre hij detentiegeschikt is. Klager heeft hiertoe een toestemmingsverklaring ingevuld waarin hij, naast de gegevens van zijn huisarts, uitdrukkelijk de naam en
gegevens van zijn specialist heeft vermeld. Op 1 augustus 2012 heeft klager een brief ontvangen van de selectiefunctionaris. In deze brief heeft de selectiefunctionaris medegedeeld dat het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) van mening is dat
klager, op basis van de bijgevoegde medische informatie van de huisarts, detentiegeschikt wordt geacht en dat hij zijn straf in het JMC kan ondergaan. Klager heeft vervolgens een bezwaarschrift ingediend, omdat hij het bezwaarlijk acht dat het BIMA
slechts informatie heeft ingewonnen bij klagers huisarts terwijl deze niet op de hoogte is van klagers klachten en behandeltraject.
Op basis van het zorgvuldigheidsbeginsel dient de overheid, bij voorbereiding van een besluit, de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Er dient derhalve een zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen
plaats te vinden. Klager verzoekt om een gegrondverklaring van het beroep en om een nieuwe beoordeling van zijn detentiegeschiktheid nadat informatie is ingewonnen bij de door klager opgegeven specialist.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris wijst op de inhoud van het advies d.d. 30 juli 2012 van de Medisch Adviseur en op de inhoud van de door de selectiefunctionaris aan klager gezonden brief van 13 augustus 2012.
Klager heeft bezwaar tegen de wijze waarop de Medisch Adviseur informatie heeft ingewonnen. De Medisch Adviseur is na raadpleging van klagers huisarts tot de vaststelling gekomen dat klager, gezien zijn neurologisch ziektebeeld, de aan hem opgelegde
straf in het JMC kan ondergaan. De selectiefunctionaris heeft klager een oproep tot melden gezonden in de wetenschap dat er tijdens de tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde straf in het JMC voldoende zorg en aandacht voor klager zal zijn. De
medici van het JMC kunnen, indien zij dit noodzakelijk achten, aanvullende informatie inwinnen bij de door klager opgegeven gespecialiseerde artsen.

4. De beoordeling
4.1. Het JMC is (onder meer) een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een inrichting voor opvang als bedoeld in artikel 19 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling).

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager kan, nu de Medisch Adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie hem geschikt heeft geacht voor plaatsing in het JMC, gelet op het bepaalde in artikel 19, aanhef en onder c, van de Regeling, in het JMC geplaatst worden. Klager
heeft verzocht om een nieuwe beoordeling van zijn detentiegeschiktheid nadat informatie is ingewonnen bij de door klager opgegeven specialist. De beroepscommissie is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat een nieuwe
beoordeling
van zijn detentiegeschiktheid noodzakelijk is. Klager heeft geen medische verklaringen overgelegd die deze stelling voldoende onderbouwen. De beroepscommissie is van mening dat de benodigde medische zorg voor klager in het JMC op een verantwoorde wijze
kan worden geboden. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep
zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 31 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven