nummer: 12/1957/GA
betreft: [klager] datum: 30 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 18 juni 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. E.J. Huijskens, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft a. een plaatsing in een zorginstelling, b. de bezorging van post en kranten en c. het niet mogen hervatten van klagers baan als afdelingsreiniger.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De uitspraak is onvoldoende gemotiveerd. Klager ontvangt nu minder geld. Hierdoor kan hij minder uitgeven en gaat zijn gezondheid achteruit.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan wat betreft de onderdelen a. en b. van het beklag naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Wat betreft onderdeel c. van het beklag is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om klager niet meer aan te stellen als hulpreiniger een beslissing is in de zin van artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Hiertegen staat beklag open en derhalve
had klager ontvangen moeten worden in zijn beklag. Nu door klager onweersproken is gesteld dat hem de toezegging is gedaan dat hij na terugkomst van het Pieter Baan Centrum zijn baantje als hulpreiniger zou terugkrijgen, en aan deze toezegging geen
gevolg is gegeven, dient zijn klacht gegrond te worden verklaard. Dat het hulpreinigerschap geen recht is maar een gunst, doet aan vorenstaande niet af. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, acht de
beroepscommissie termen aanwezig voor de vaststelling van een financiële tegemoetkoming. De beroepscommissie zal de hoogte van de tegemoetkoming vaststellen op € 30,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft de onderdelen a. en b. van het beklag ongegrond en bevestigd de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beroep wat betreft onderdeel c. van het beklag gegrond, vernietigt de uitspraak van
de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
P.A.M. Peters, secretaris, op 30 augustus 2012
secretaris voorzitter