Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0520/GA, 30 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/520/GA

betreft: [klager] datum: 30 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 februari 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn rechtsbijstandverlener om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager een loonvervangende financiële tegemoetkoming toe te kennen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De directeur heeft een onjuiste belangenafweging gemaakt door klager geen loon uit te keren zolang de arbeidsgeschiktheid van klager ter
discussie staat. Klager heeft geen enkele andere inkomensbron, is zeer lang gestraft en verblijft al jaren in detentie. Klager is in de vorige inrichtingen van zijn verblijf wel arbeidsongeschikt bevonden. Klager heeft gedurende zijn detentie twee
kwalen opgelopen. De medische dienst erkent dat klager klachten heeft, maar wil hem niet arbeidsongeschikt verklaren. Klager heeft hierover een beroepsprocedure lopen bij de beroepscommissie. De uitkomst van dit beroep is van belang voor de beoordeling
van onderhavige klacht.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking het oordeel van de beroepscommissie van 10 augustus 2012
met nummer 12/1169/GM, waarbij is geoordeeld dat er geen indicatie is voor het afgeven van een (tijdelijke) arbeidsongeschiktheidsverklaring. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 30 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven