Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2317/GB, 29 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2317/GB

Betreft: [klager] datum: 29 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 juli 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van het PPC van de p.i. Amsterdam Over-Amstel. Op 5 juli 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van het PPC van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. Klager had het naar zijn zin in het PPC Amsterdam Over-Amstel. Van grensoverschrijdend gedrag waarover wordt gesproken is geen sprake. Het vrouwelijke personeelslid heeft
het
gedrag van klager uitgelokt. Hij heeft om een gesprek met haar gevraagd om het probleem op te lossen. Hier is echter niet op gereageerd. Hij wil ook aangifte tegen haar doen. Klager heeft gezien dat zij onzedelijk gedrag vertoonde met een ander
personeelslid en medegedetineerden. Klager is overgeplaatst omdat hij een klokkenluider is. Voorts wenst klager dat zijn beroep ter zitting behandeld wordt, zodat hij met bewijzen kan komen en getuigen kan horen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies blijkt dat klager in het PPC Amsterdam Over-Amstel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Daardoor is de werkverhouding ernstig verstoord. Klager is al eerder, vanwege grensoverschrijdend gedrag naar een vrouwelijk
personeelslid, vanuit het PPC Zwolle overgeplaatst naar het PPC Amsterdam Over-Amstel. Vanuit de locatie Het Veer te Amsterdam moest klager vanwege zijn gedrag worden overgeplaatst naar de locatie De Singel te Amsterdam. Nu klager niet langer in de
locatie De Singel (FOBA) moest verblijven is hij geselecteerd voor het PPC van de p.i. Vught. Klagers delict is gerelateerd aan het stalken van vrouwen.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht het beroep ter zitting toe te lichten. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst derhalve het verzoek af.

4.2. De gevangenis van het PPC van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In
het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klagers verblijf in het PPC Amsterdam Over-Amstel, gelet op de over het klagers persoonlijkheid en het gedrag in de inrichting verstrekte gegevens, niet langer wenselijk was.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
P.A.M. Peters, secretaris, op 29 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven