Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1632/TR, 27 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1632/TR

betreft: [klager] datum: 27 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.P. Biesbroek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 16 mei 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. M.P. Biesbroek om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van FPC De Rooyse Wissel tot het verlenen van incidenteel verlof aan klager afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager verblijft in De Rooyse Wissel. Op 16 april 2012 heeft klagers raadsvrouw De Rooyse Wissel verzocht om
incidenteel verlof voor het voeren van mediationgesprekken met zijn ex-vrouw over zijn kinderen.
De Rooyse Wissel heeft dit verzoek doorgeleid naar de Staatssecretaris, die het verzoek heeft afgewezen.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Ter beschikking gestelden dienen een verzoek om incidenteel verlof in te dienen bij de Staatssecretaris. Tegen de afwijzing van dat verzoek staat direct beroep open bij de beroepscommissie. Klager heeft een groot belang bij incidenteel verlof en zijn
deelname aan de mediationgesprekken met zijn ex-vrouw over zijn kinderen.
De Rooyse Wissel heeft bij de gang van zaken rond de verlofaanvraag klagers rechten geschonden.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Tegen de beslissing tot afwijzing van de aanvraag voor een verlofmachtiging staat geen beroep open. Overigens wordt deelname aan mediationgesprekken niet aangemerkt als een omstandigheid op grond waarvan ex artikel 13 van de Verlofregeling TBS een
machtiging incidenteel verlof kan worden toegekend. Mediationgesprekken kunnen worden ingepast in de bezoekregeling, waardoor een verblijf buiten de inrichting niet noodzakelijk is.

4. De beoordeling
Op grond van artikel 50, eerste lid, Bvt in verbinding met artikel 53, eerste en tweede lid, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (Rvt) kan het hoofd van de inrichting ter beschikking gestelden uitsluitend met machtiging van de Minister
verlof, waaronder incidenteel verlof, verlenen.

De bestreden beslissing van 16 mei 2012 tot afwijzing van het verzoek om incidenteel verlof kan daarom niet anders worden aangemerkt dan als een beslissing tot afwijzing van het verzoek van De Rooyse Wissel om een machtiging voor het verlenen van
incidenteel verlof.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie (zie bijvoorbeeld uitspraken 11/4015/TR en 11/4446/TR van 17 april 2012, 11/3728/TR van 13 februari 2012 en 11/1064/TR van 22 juli 2011) valt de beslissing tot het weigeren van een verlofmachtiging
niet onder de reikwijdte van de beroepsmogelijkheden van artikel 69, eerste lid, Bvt. In dit artikel is immers niet een beroepsmogelijkheid opgenomen tegen een beslissing van de Staatssecretaris tot het weigeren van een verlofmachtiging, maar
uitsluitend tegen de beslissing van de Staatssecretaris tot intrekking van een reeds verleende verlofmachtiging. Verder is noch in de Bvt noch in andere wet- of regelgeving of verdrag een recht op verlofverlening neergelegd.

De beroepscommissie kan in de onderhavige procedure derhalve niet toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep, voor zover dat is gericht tegen de bestreden beslissing van de Staatssecretaris.
Zoals eerder bij brief van 5 juni 2012 aan klagers raadsvrouw is bericht, is het beroepschrift voor wat betreft de aangegeven gang van zaken bij de verlofaanvraag door De Rooyse Wissel ter verdere behandeling als klaagschrift doorgezonden naar de
beklagcommissie bij De Rooyse Wissel.

Klager zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in het beroep.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven