Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1108/TA, 27 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1108/TA

betreft: [klager] datum: 27 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 5 maart 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 juni 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is noch klaagster noch het hoofd van de inrichting verschenen.
Klaagster heeft het secretariaat van de Raad op 12 juli 2012 gebeld en op 13 juli 2012 telefonisch bericht niet ter zitting te zullen verschijnen daar zij een andere afspraak had, waarbij zij tevens verzocht om aanhouding. Zij is telefonisch
desgevraagd
in de gelegenheid gesteld schriftelijk haar beroep toe te lichten. Van klaagster is tot op heden geen schriftelijke toelichting ontvangen.
Het hoofd van de inrichting heeft op 11 juni 2012 schriftelijk op het beroep gereageerd en bij brief van 22 juni 2012 nadere vragen van de beroepscommissie beantwoord. Deze brieven zijn ter kennisneming aan klaagster gezonden.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het tegenwerken van haar medische, lactosevrije dieet.

De beklagrechter heeft klaagster niet-ontvankelijk in het beklag verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en het hoofd van de inrichting
Klaagster heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet toegelicht.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Voor zover bekend is ten aanzien van klaagster geen medische indicatie voor een lactosevrij dieet afgegeven. Tijdens haar verblijf in
de
inrichting is een dergelijke indicatie niet gegeven. Klaagster heeft geen eerdere indicatie aan de medische dienst van de inrichting verstrekt. Niettemin is met klaagster afgesproken dat zij voeding krijgt alsof wel een dergelijke medische indicatie
was
afgegeven. De keuken houdt rekening met de dieetwensen van klaagster. Verder kan klaagster ook via de kliniekwinkel lactosevrije producten aanschaffen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen patiënten op basis van afkomst.
Er is geen sprake van seksueel getinte praktijken en intimidatie in de inrichting waarover klaagster een spreekverbod zou kunnen krijgen dan wel zou hebben gekregen.

3. De beoordeling
Klaagster heeft op 12 juni 2012 telefonisch bericht dat zij pas die dag had vernomen van de zitting van 13 juni 2012 en dat zij geen stukken had ontvangen. Diezelfde dag zijn de haar eerder per post toegezonden dossierstukken gefaxt. Op 13 juni 2012
heeft zij telefonisch doorgegeven niet ter zitting te zullen verschijnen omdat zij een andere afspraak had en heeft zij verzocht om aanhouding van de behandeling van haar beroep. Zij gaf aan een schriftelijke toelichting te zullen sturen. Een aantal
dagen later heeft zij het secretariaat gebeld en is haar desgevraagd bevestigd dat zij een schriftelijke toelichting mocht sturen.
De beroepscommissie heeft tot op heden geen schriftelijke toelichting van klaagster ontvangen. Gelet hierop zal de beroepscommissie het verzoek om aanhouding afwijzen.

De beroepscommissie stelt vast dat klaagster haar beroepschrift niet van gronden heeft voorzien, niet ter zitting is verschenen en ook na de zitting geen gronden heeft ingediend, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld.
Klaagster kan daarom niet in haar beroep worden ontvangen.

Overigens komt uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting naar voren dat er geen medische indicatie voor een lactosevrij dieet ten aanzien van klaagster is afgegeven, maar dat desondanks wel met haar dieetwensen rekening wordt gehouden.
Derhalve is niet aannemelijk dat door of namens het hoofd van de inrichting ten aanzien van haar een voor beklag vatbare beslissing is genomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven