Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2246/GB, 23 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2246/GB

Betreft: [klager] datum: 23 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.T.H.L. van de Bergh, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 15 juli 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wenst te worden overgeplaatst naar de locatie Norgerhaven, omdat daar betere faciliteiten zijn voor langgestraften. Klager begrijpt niet waarom zijn strafrestant een contra-indicatie zou
vormen voor plaatsing in een grootschalige inrichting. Voorts blijkt uit het selectieadvies dat klager nog niet ongewenst verklaard is, maar dat er een voorstel hem tot ongewenst vreemdeling te verklaren bij de IND loopt. Derhalve kan dit niet
bijdragen
aan het oordeel dat de locatie Norgerhaven ongeschikt is voor klager. Uit het GRIP zou blijken dat een medegedetineerde informatie heeft verstrekt over klagers voorbereiding om uit de p.i. Grave te ontsnappen. Hiervoor zijn echter geen harde bewijzen.
Er is geen sprake van vluchtgevaar. Voorts heeft de directeur van de p.i. Hoogeveen aangegeven dat er geen bezwaren zijn om klager over te plaatsen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een aanzienlijk strafrestant. Hij is na het plegen van het delict naar Polen gevlucht. Hier is hij uiteindelijk aangehouden. De procedure tot ongewenstverklaring is door de vreemdelingenpolitie gestart. Een dreigende ongewenstverklaring is
relevant voor het plaatsten van gedetineerden. Voorts heeft de locatie Norgerhaven dezelfde bestemming als de p.i. Hoogeveen. Hoe zaken in een inrichting vorm worden gegeven is aan de directeur en is geen selectiecriterium.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat de
aanwezige voorzieningen binnen een inrichting geen selectiecriterium vormen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
P.A.M. Peters, secretaris, op 23 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven