Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2065/GB, 16 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2065/GB

Betreft: [klager] datum: 16 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie De Kruisberg te Doetinchem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 januari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Zuid te
Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag worden overgeplaatst naar de locatie De Kruisberg te Doetinchem, omdat zijn moeder ziek is.
Aan klager werd op 4 mei 2012 door het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) van de locatie Zuid te Arnhem verteld dat zijn verzoek om overplaatsing was gehonoreerd. Klager zou op 23 mei 2012 worden overgeplaatst. Op 22 mei 2012 werd vervolgens
aan klager verteld dat de overplaatsing niet door zou gaan. Klager verwijst naar de beslissing van de selectiefunctionaris van 9 mei 2012 waarin zwart op wit staat dat zijn verzoek om overplaatsing is gehonoreerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 3 mei 2012 ontving de selectiefunctionaris het selectievoorstel van de locatie Zuid te Arnhem waarin werd voorgesteld klager te selecteren voor de gevangenis van de locatie De Kruisberg te Doetinchem. Omdat klager nog verwikkeld was in een
gerechtelijke procedure, kwam hij nog niet in aanmerking voor plaatsing in een inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling). Daarom is klager op 9 mei 2012 geselecteerd voor de
gevangenis van die inrichting. Op 1 juni 2012 werd echter door de directeur van de locatie De Kruisberg gemeld dat plaatsing van klager op de gevangenisafdeling van de locatie De Kruisberg ongewenst is, omdat klager een personeelslid kent. Het gaat om
een piw-er die op de gevangenisafdeling werkzaam is. Klager is voor zijn detentie diverse malen bij dit personeelslid thuis geweest. Het personeelslid wil niet in de locatie De Kruisberg te Doetinchem geconfronteerd worden met klager, omdat klager
destijds verwikkeld is geweest in een strafrechtelijke procedure met de zoon van dit personeelslid. Omdat het personeelslid werkzaam is op de enige gevangenisafdeling met een normaal beveiligingsniveau van de locatie De Kruisberg te Doetinchem, kan in
dit geval niet worden uitgeweken naar een andere afdeling binnen die inrichting. Derhalve is de beslissing om klager te selecteren voor de locatie De Kruisberg ingetrokken. Ten slotte licht de selectiefunctionaris toe dat bezoekproblemen inherent zijn
aan het ondergaan van detentie en, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Nu de medische situatie van klagers moeder niet is onderbouwd, kan dit niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt.

4. De beoordeling
4.1. In het selectieadvies van de locatie Zuid te Arnhem staat vermeld dat klager graag wil worden voorgesteld voor overplaatsing naar de locatie De Kruisberg te Doetinchem. Zijn voorkeur gaat uit naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) of
anders de normaal beveiligde afdeling van de b.b.i., een inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wil hij naar de gevangenis van de locatie De Kruisberg te Doetinchem.

4.2. De beroepscommissie leidt uit de afwijzing van klagers verzoek om overplaatsing naar een inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling af, dat dit impliceert dat tevens klagers verzoek om overplaatsing naar de b.b.i. van de
locatie De Kruisberg te Doetinchem is afgewezen.

De selectiefunctionaris heeft in redelijkheid klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie De Kruisberg te Doetinchem kunnen afwijzen, nu onweersproken is aangevoerd dat de directeur heeft aangegeven dat plaatsing van klager aldaar ongewenst is,
aangezien klager een personeelslid van de gevangenisafdeling kent. Verder staat in het selectieadvies van de directeur van de locatie Zuid te Arnhem vermeld dat klager niet beschikt over een aanvaardbaar verlofadres, hetgeen ingevolge artikel 3, tweede
lid, en onder c, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden een voorwaarde is voor plaatsing in een b.b.i. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris,
bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 16 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven