Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0881/GA, 6 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 12/881/GA

betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 6 maart 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juli 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Westlinge, d[...], gehoord. Klager heeft - blijkens een verklaring van 11
juli 2012 - afstand gedaan van het recht om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om het bezoekmoment op zaterdag om 08.00 uur te verplaatsen naar vrijdag.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en heeft aan klager een tegemoetkoming toegekend van eenmaal bezoek op een tijdstip waarop klagers bezoek redelijkerwijs de inrichting kan
bereiken.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verbleef op een paviljoen waar gedetineerden een keer per drie weken op zaterdag de mogelijkheid wordt geboden om bezoek te ontvangen van
08.00
uur tot 10.00 uur. Het andere paviljoen heeft altijd een bezoekmoment later op de dag. De tijden van de bezoekmomenten zijn gekoppeld aan de paviljoens. Hier kan niet zomaar van worden afgeweken. Om te bezien of het voor bezoek haalbaar is om met het
openbaar vervoer op tijd voor het bezoekmoment in de inrichting te zijn, wordt de reisplanner via internet geraadpleegd. De postcode en het huisnummer van klagers bezoek zijn ingevoerd. Uitgegaan is van de reistijd vanaf het woonadres van het bezoek.
De
reisplanner gaf aan dat klagers bezoek, als zij de trein van 05.02 uur vanaf Rotterdam Centraal zouden nemen, om 7.44 uur bij de inrichting zouden arriveren. In dit geval was sprake van een grensgeval. Indien klagers bezoek nog verder/langer had moeten
reizen, zou er een andere oplossing zijn gezocht. De reistijd die de reisplanner aangeeft, is hierbij de norm. Verder geeft de directeur aan dat het voor hem onmogelijk is om rekening te houden met eventuele vertragingen op het spoor.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De digitale reisplanner aan de hand waarvan de directeur de reistijd met het openbaar vervoer berekent, kan naar het oordeel van de beroepscommissie als een objectief criterium worden aangemerkt. Anders dan de beklagrechter heeft overwogen, is de
beroepscommissie van oordeel dat van de directeur niet kan worden verwacht dat rekening wordt gehouden met vertragingen en calamiteiten op het spoor.

De reisplanner geeft aan dat klagers bezoek, - waaronder zijn zus met een baby - op zaterdag vanaf station Rotterdam Centraal de trein van 05.02 uur moet nemen. Klagers bezoek arriveert dan rond 7.44 uur bij de inrichting. Niet duidelijk is geworden in
welk gedeelte van Rotterdam klagers bezoek woont, maar vast staat dat in ieder geval rekening moet worden gehouden met enige reistijd naar station Rotterdam Centraal. De beroepscommissie is van oordeel dat bij de beoordeling of klagers bezoek op het
bezoekmoment de inrichting kan bereiken, geldt dat vertrektijden redelijk moeten zijn en moeten aansluiten bij het dagritme. Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid dan ook niet van klagers bezoekers worden
verwacht dat zij voor 05.00 uur ’s morgens van huis vertrekken. Het beroep van de directeur zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en mr. Th. E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 6 augustus 2012

De voorzitter is buiten staat deze uitspraak te ondertekenen.

secretaris voorzitter

Naar boven