Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1789/GB, 6 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1789/GB

Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.C. van den Brink, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 mei 2012 respectievelijk 1 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwaag te Hoorn of het h.v.b. van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 maart 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp te Almelo.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is onvoldoende rekening gehouden met klagers gezondheidssituatie. Klager heeft een ernstige oogbeschadiging waarvoor hij wordt behandeld in het AMC te Amsterdam. Een operatie aan zijn oog
staat in de maand juni gepland. Het vervoer van Almelo naar Amsterdam is erg belastend voor klager. Daarnaast bestaat bij klager de vrees dat als zijn medische situatie plotseling verslechterd hij niet tijdig naar een ziekenhuis gebracht kan worden
waar
men specialistische kennis in huis heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Zwolle/Lelystad. Een preventief gehechte gedetineerde dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden ingesloten. De locatie Zwaag en de p.i. Amsterdam zijn in beginsel bestemd voor
het
arrondissementsparket Alkmaar en Amsterdam. Klagers gezondheidssituatie wordt niet onderbouwd door een verklaring van de medische adviseur van Dienst Justitiële Inrichtingen. De medische dienst van de locatie De Karelskamp geeft aan dat klager na zijn
operatie binnen deze locatie verder behandeld kan worden. Bij complicaties kan hij worden opgenomen in een ziekenhuis in de omgeving van Almelo. Voorts zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie en vormen behoudens bijzondere
omstandigheden, geen selectiecriterium. Klager kan na zijn veroordeling in eerste aanleg zijn voorkeur kenbaar maken voor plaatsing in een gevangenis in een p.i. in de omgeving van Amsterdam of Hoorn.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Deze verklaringen zijn door klager niet overgelegd. Voorts zijn bezoekproblemen inherent
aan
het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden geen selectiecriterium. Nu klager is ingesloten voor het parket Zwolle/Lelystad en hetgeen hij overigens naar voren heeft gebracht redelijkerwijs niet kan worden opgevat als een
bijzonder geval als hiervoor bedoeld, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 6 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven