Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1559/GB, 31 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1559/GB

Betreft: [klager] datum: 31 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Verrillo, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de locatie Zwolle Zuid 1 ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 januari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp te Almelo. Op 25 april 2012 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van het PPC van de locatie Zwolle Zuid 1, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat zijn persoonlijke belangen dienen voor te gaan boven het oordeel van de selectiefunctionaris dat een verblijf in een regime van algehele gemeenschap niet gewenst zou zijn. In het selectieadvies van 3 april 2012 staan sterke
aanwijzingen
waaruit blijkt dat overplaatsing naar een PPC niet geïndiceerd is, althans klager goed af is in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp. Klager verbleef op de Extra Zorg Voorziening van locatie De Karelskamp waar hij zich redelijk had aangepast.
Volgens
klagers mentor ging het de laatste tijd goed met klager. Uit het selectieadvies blijkt ook dat het Psycho-medisch overleg van de locatie De Karelskamp vindt dat de overgang van een h.v.b. naar een Tbs-setting een grote stap is en een gevangenisregime
met een kleine setting hem ten goede zou komen. Ook is in het selectieadvies opgenomen dat qua bezoek er een motivatie bestaat om klager in de locatie De Karelskamp te laten blijven. Klager ontvangt in de locatie De Karelskamp bezoek van zijn moeder
die
in een begeleide woonvorm woont en niet zelfstandig kan reizen. Uit het selectieadvies komt niet naar voren dat klager meer begeleiding en medische zorg nodig heeft overeenkomstig de mogelijkheden van het PPC, zoals de selectiefunctionaris stelt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf en Tbs met dwangverpleging. De gedragskundige van de locatie De Karelskamp heeft klager geïndiceerd voor plaatsing in een PPC. De directeur van de locatie De Karelskamp
heeft ook geadviseerd klager over te plaatsen naar een PPC. De PPC van de locatie Zwolle Zuid 1 is gebonden aan de regio waar klager verblijft. Dat het PPC Zwolle een wat langere reistijd vraagt ten opzichte van de locatie De Karelskamp is
ongemakkelijk
maar gezien de PPC-indicatie en de veroordeling in eerste aanleg ondergeschikt. Wanneer de indicatie wordt opgeheven, zou in deze fase van klagers detentie een selectie voor de locatie Ooyerhoek Zutphen tot de mogelijkheden behoren.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC van de locatie Zwolle Zuid 1 is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) wordt bepaald dat in een PPC gedetineerden kunnen worden geplaatst ten aanzien van wie: “a. in verband met een psychiatrische stoornis, een
persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist.” In de
toelichting op deze bepaling is aangegeven dat de PPC’s worden aangewezen als huis van bewaring en als gevangenis (op grond van artikel 9 van de Pbw) bestemd voor onderbrenging van gedetineerden die een bijzondere opvang behoeven (op grond van artikel
14 van de Pbw).

4.4. De beslissing tot plaatsing of overplaatsing naar het PPC wordt conform artikel 15 van de Pbw door de selectiefunctionaris genomen. In de toelichting op artikel 20c van de Regeling wordt daarover het volgende aangegeven: “Daaraan voorafgaand
brengt de directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uit over de behoefte aan forensische zorg, op basis van screening en indicatiestelling door het PMO van de inrichting of het
Nederlands
Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP)”.

4.5. De beroepscommissie is van oordeel dat uit de door de selectiefunctionaris overgelegde stukken onvoldoende duidelijk is dat ten aanzien van klager forensische zorg is geïndiceerd. Uit het selectieadvies blijkt niet dat er een, blijkens de
memorie van toelichting vereiste, screening en indicatiestelling heeft plaatsgevonden. Dit advies biedt dan ook onvoldoende grond om aan te kunnen nemen dat het noodzakelijk is dat klager in een PPC geplaatst wordt, terwijl in de bestreden beslissing
wordt volstaan met te verwijzen naar het feit dat de gedragskundige van de locatie De Karelskamp plaatsing in een PPC heeft geïndiceerd en dat extra aandacht en begeleiding is geïndiceerd. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van
de
selectiefunctionaris dient wegens een gebrek aan motivering te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
bc. L. Vis-van Alff secretaris, op 31 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven