Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0611/GA, 25 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/611/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.R. Roethof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2012 van de beklagcommissie bij de locaties Groot Bankenbosch en Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2012, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. B.A. Jacobs, kantoorgenoot van klagers raadsman mr. M.R. Roethof, en [...] en [...], respectievelijk
plaatsvervangend directeur en juridisch medewerker bij de locatie Norgerhaven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beslissing van de directeur om klager voor te dragen voor herselectie
b. een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een strafcel, wegens het feit dat tijdens een celcontrole drie telefoons met camera- en internetfunctie op klagers cel zijn aangetroffen, welke straf extern ten uitvoer werd gelegd in de
locatie Esserheem te Veenhuizen.

De beklagcommissie heeft het beklag onder a. gegrond verklaard en het beklag onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf blijkt dat het in bezit hebben van telefonie onverenigbaar is met de orde en
veiligheid in de inrichting. Dat is onjuist. Uit de huisregels blijkt dat het is toegestaan om een mobiele telefoon te gebruiken. Klager wist niet dat slechts een mobiele telefoon zonder camera- en internetfunctie was toegestaan. Hij is hiervan pas op
de hoogte geraakt toen een aantal medegedetineerden is gestraft voor het in bezit hebben van telefoons met camera- en internetfunctie. Hij heeft nooit de huisregels gezien. Klager heeft buiten de inrichting geen onderkomen en neemt al zijn bezittingen
mee naar de locatie De Fleddervoort. De telefoons van klager hebben een camera- en internetfunctie. In de schriftelijke mededeling staat ook dat zou worden uitgezocht of klager nog wel in de locatie De Fleddervoort kon verblijven. Het resultaat van het
onderzoek is klager nooit meegedeeld, maar hij is wel overgeplaatst. Andere gedetineerden die ook een disciplinaire straf opgelegd hebben gekregen wegens het bezit van een mobiele telefoon zijn niet overgeplaatst. Klager had zijn straf vanaf 22
december
2011 onder elektronisch toezicht thuis mogen ondergaan, maar dat is vanwege zijn overplaatsing nu niet meer mogelijk. De combinatie van overplaatsing en het opleggen van een disciplinaire straf is disproportioneel. Klager verzoekt om een
schadevergoeding van de door hem gemaakte kosten.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de locatie De Fleddervoort mogen gedetineerden een mobiele telefoon in bezit hebben waarmee zij alleen kunnen bellen. Het bezit van een mobiele
telefoon met camera- en/of internetfunctie is niet toegestaan. Dit wordt aan de gedetineerden tijdens de intake meegedeeld. Nadat gedetineerden terugkomen van hun weekendverlof, moeten zij melding maken van de telefoon die ze bij zich hebben. Op dit
punt wordt een actieve houding van de gedetineerden gevraagd. Bij een eerste celcontrole zijn op klagers cel drie mobiele telefoons met camera- en internetfunctie gevonden, waarvan klager nooit melding heeft gemaakt. Voorts is er tijdens een tweede
celcontrole een grote som geld aangetroffen in klagers cel. Op basis van deze omstandigheden heeft de directeur besloten om klager voor te dragen voor herselectie. De disciplinaire straf is aan klager opgelegd vanwege het in bezit hebben van drie
telefoons met camera- en internetfunctie.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard. Tegen een gegrondverklaring van het beklag staat voor de gedetineerde geen beroep open. Voor zover het beroep is
ingesteld tegen de gegrondverklaring van het beklag, zal de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep. Voor zover het beroep is gericht tegen de beslissing van de beklagcommissie om geen tegemoetkoming toe te kennen, overweegt
de beroepscommissie dat zij zich kan verenigen met de beslissing van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder b. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie stelt vast dat tijdens een celcontrole op 21 december 2011 op klagers cel drie mobiele telefoons met camera- en internetfunctie zijn aangetroffen,
waarvoor hij op 22 december 2011 de onderhavige disciplinaire straf heeft opgelegd gekregen. Artikel 3.9.1. van de destijds geldende huisregels (versie 1.0 van de Huisregels ZBBI De Fleddervoort) luidt – voor zover van belang – als volgt. ‘U mag op uw
eigen kamer gebruik maken van uw mobiele telefoon. Deze mag u buiten de inrichting niet bij u dragen, uitgezonderd tijdens het reizen naar werkgevers of scholen buiten Veenhuizen en weekendverlof. Dit enkel na overleg met afdelingspersoneel. Een
fotofunctie en of internet op uw mobiele toestel is niet toegestaan. Bij overtreding van bovenstaande kan de directeur uw mobiele toestel voor bepaalde tijd ontnemen.’ Uit artikel 4.5.1.1 van de huisregels blijkt – voor zover van belang – het volgende:
‘Het is u niet toegestaan onder uw berusting te houden: ... zend- en communicatieapparatuur; (zie ook hoofdstuk 3.9 telefoneren)’. Uit artikel 4.5.1.2 van de huisregels blijkt dat het gedetineerden is toegestaan om een mobiele telefoon zonder camera-
en/of internetfunctie in bezit te hebben. Hoewel de huisregels op dit punt onvoldoende eenduidig zijn, stelt de beroepscommissie vast dat het in bezit hebben van een telefoon zonder camera- en/of internetfunctie is toegestaan. Dat maakt dat de
schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf van 22 december 2011 onjuist is, nu daaruit naar voren komt dat het in bezit hebben van telefonie onverdraagbaar is met de orde en veiligheid in de locatie De Fleddervoort.

Uit artikel 3.9.1 van de huisregels volgt dat, indien wordt geconstateerd dat een gedetineerde een mobiele telefoon met camera- en/of internetfunctie in bezit heeft, de directeur deze mobiele telefoon voor bepaalde tijd kan innemen. Gelet op het feit
dat klager geen onderkomen heeft buiten de inrichting, het feit dat in de huisregels niet is vastgelegd dat de gedetineerden bij terugkomst van verlof melding moeten maken van de mobiele telefoon die ze bij zich dragen en het feit dat niet is komen
vast
te staan dat klager gebruik heeft gemaakt van de camera- en internetfunctie op de mobiele telefoons, is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur in dit geval had kunnen volstaan met het innemen van klagers telefoons. De beroepscommissie is dan
ook van oordeel dat de beslissing van de directeur om aan klager de onderhavige disciplinaire straf op te leggen moet worden aangemerkt als onredelijk en onbillijk. De beroepscommissie zal het beroep onder b. derhalve gegrond verklaren, de uitspraak
van
de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 60,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep onder a, voor zover dat is gericht tegen de gegrondverklaring van het beklag.
De beroepscommissie verklaart het beroep onder a, voor zover dat is gericht tegen de beslissing van de beklagcommissie om geen tegemoetkoming toe te kennen, ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep onder b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 60,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
F.A. Groeneveld, secretaris, op 25 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven