Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1035/GB, 24 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1035/GB

Betreft: [klager] datum: 24 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, [...], op 21 juni 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 augustus 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon. Op of omstreeks 26 januari 2012 is hij overgeplaatst naar de p.i. Hoogeveen. Vervolgens is klager via het PPC Vught
overgeplaatst naar de locatie Sittard. Deze overplaatsing vond plaats op 21 mei 2012 en was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Door toedoen van een b.s.d.-medewerker is klager uit de b.b.i. geplaatst. Klager heeft zich gehouden aan de regels en kwam eerder te vroeg terug van regimair verlof dan te laat. Hij heeft niets verkeerd gedaan. De verloven zijn doorgebracht bij zijn
vriendin [K.]. Haar zoon heeft dit per brief bevestigd. De politie heeft klager op oudejaarsnacht nog aangesproken over het vuurwerk, maar niemand wil dit controleren. Tot de laatste dag van zijn verblijf in de b.b.i. heeft klager een relatie gehad met
[K.]. De b.s.d.-medewerker heeft de relatie met [K.] kapotgemaakt.
De selectiefunctionaris verwijst naar de beklagcommissie. Het beklag is in januari 2012 ingediend, maar klager is nog steeds niet gehoord. Er zijn vijf klachten. Klager was wel op het opgegeven verlofadres van [K.]. Haar twee dochters en haar zoon
hebben dit schriftelijk bevestigd. [K.] had een relatie met klager. Zij heeft nu aangegeven dat ze spijt heeft van haar uitlatingen aan de medewerker van het b.s.d.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er zijn tegenstrijdige verklaringen overgelegd over de vraag of klager op het opgegeven verlofadres bij zijn ex-partner heeft verbleven, door de dochters van zijn ex- partner en door deze zelf. Over deze zaak heeft klager ook een beklag ingediend dat
nog in behandeling is. De verklaring van zijn ex-partner,afgelegd tegenover de b.s.d. medewerker, dat de relatie niet meer werd onderhouden en dat hij zijn verloven niet bij haar heeft doorgebracht, is voor de selectiefunctionaris nog leidend. Hij wil
zijn standpunt herzien als de uitspraak van de beklagcommissie daartoe aanleiding geeft. Over het plaatsen van klager in de nabijheid van zijn bezoek wordt opgemerkt dat de voorkeur is opgenomen in het selectieadvies en zal worden behandeld. Er is geen
sprake van strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Hoogeveen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die is veroordeeld, kan in een normaal beveiligde inrichting met een regime van algehele gemeenschap worden
geplaatst. Klagers beroep is gericht tegen de overplaatsing vanuit de b.b.i. Maashegge.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de verstrekte gegevens over het verlofadres, niet langer in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Het beroep zal daarom
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven