Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1569/GV, 18 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1569/GV

betreft: [klager] datum: 18 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Karga, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 mei 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies van 10 mei 2012 blijkt dat de politie geen bezwaar heeft ten aanzien van klagers verlofadres. De vrijhedencommissie en het Multi Disciplinair Overleg (MDO) van de locatie Kruisberg Doetinchem adviseren enkel negatief vanwege het
negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM), dat onvoldoende is onderbouwd. Klager komt op grond van de criteria in aanmerking voor verlof. De adviezen zijn niet dwingend. De selectiefunctionaris heeft geen inhoudelijke afweging gemaakt. Van
belang zijn de omstandigheden van het geval. Klager gedraagt zich goed in de inrichting. Slachtofferconfrontatie is niet aan de orde, omdat het slachtoffer in Amstelveen woont en klager in Mijdrecht. Uit het selectieadvies kan niet worden afgeleid
welke
risico’s er aan het verlenen van verlof aan klager verbonden zijn. In het vonnis van 12 oktober 2011 is opgenomen dat de resocialisatie van klager dient plaats te vinden in de vorm van een penitentiair programma of in het kader van vervroegde
invrijheidstelling. Door middel van verlof kan klager zich hier op voorbereiden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het door klager gepleegde delict, waarbij ook een kind is bedreigd, heeft maatschappelijk veel onrust veroorzaakt. Het OM en de locatie Kruisberg Doetinchem zijn van mening dat het verlenen van verlof aan klager, gelet op de ernst van de gepleegde
feiten en klagers strafrestant van een jaar, niet gewenst is en door de slachtoffers niet zal worden begrepen. De belangen van de samenleving dienen in dit geval zwaarder te wegen dan de individuele belangen van klager. Het toekennen van verlof is in
een latere periode van zijn detentie aan de orde. Dit is besproken met de locatie Kruisberg Doetinchem en klager kan nu in de locatie Ooyerhoek Zutphen meedoen aan een COVA-training. Indien klager deze goed afrondt, kan verlofverlening door de
selectiefunctionaris overwogen worden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het OM adviseert negatief, omdat het naar het slachtoffer en de maatschappij toe niet verantwoord is wanneer klager met verlof gaat. Klager heeft immers een roofoverval gepleegd in een woning waarbij hij een kind ernstig heeft bedreigd.
Zowel het MDO als de vrijhedencommissie van de locatie De Kruisberg Doetinchem adviseren negatief.
De politie heeft geen bezwaar tegen het verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens het plegen van diefstal met geweld, heling en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 21 juni 2013.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Voorop dient te worden gesteld dat bij de beoordeling van verzoeken om algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen het individuele belang van de aanvrager van dat verlof en de algemene belangen van (onder meer) orde, rust en
veiligheid in de samenleving. Confrontatie met het slachtoffer van een delict is één van die (in de wet vastgelegde) algemene belangen. Indien een verlofaanvraag wordt afgewezen op grond van dat gevaar, is het – in het kader van een zorgvuldige
belangenafweging – van belang dat dit gevaar nader feitelijk wordt onderbouwd. Uit de stukken blijkt niet dat de kans op slachtofferconfrontatie is onderzocht. De politie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlofadres. Het is onvoldoende
aannemelijk geworden dat het mogelijke risico op slachtofferconfrontatie niet kan worden ondervangen door het verbinden van (één of meer) bijzondere voorwaarden aan het verlof. Het OM heeft negatief geadviseerd wegens het risico op ongewenste
confrontatie met het slachtoffer en op maatschappelijke onrust vanwege de ernst van de gepleegde feiten. De aard van het gepleegde delict kan echter geen zelfstandige grond vormen voor afwijzing van verlof. De beroepscommissie is derhalve van oordeel
dat de beslissing van de Staatssecretaris onvoldoende is gemotiveerd. Het beroep is derhalve gegrond. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na
ontvangst van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee na ontvangst van deze uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 18 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven