Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0705/GA, 10 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/705/GA

betreft: [klager] datum: 10 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 februari 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 juni 2012, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de afwijzing van een verzoek om een tegemoetkoming in de kosten van een schriftelijke studie;
b. de schade aan een aan klager toebehorende gitaar bij gelegenheid van zijn overplaatsing naar de p.i. Vught.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van onderdeel a:
Klager volgt een studie aan de Open Universiteit en heeft in dat kader bij de directeur verzocht om een tegemoetkoming in de studiekosten. In de vorige inrichting waar klager verbleef, kreeg hij die vergoeding wel. In de p.i. Vught is hij op voorhand
uitgesloten van een tegemoetkoming in de studiekosten. Klagers studie vordert gestaag. Hij zou graag per module een bedrag van € 50,= vergoed willen krijgen. Dat betekent in het meest optimale geval een totaalbedrag van € 650,= voor de totale
opleiding.
Per jaar zouden de kosten maximaal € 200,= bedragen. Klager is bekend met de circulaire van 20 juni 1998, nr. 361/388 betreffende schriftelijke studies van gedetineerden en is bereid de daarin vermelde eigen bedrage te voldoen.

Ten aanzien van onderdeel b:
Van klagers gitaar bleken na transport van de p.i. Roermond naar de p.i. Vught de klankkast en een deel van de lijst te zijn beschadigd. Klager had de gitaar zelf willen meenemen naar Vught maar dat werd hem niet toegestaan. Nadat hij enkele weken in
Vught was, heeft hij zijn gitaar voor het eerst weer kunnen zien. Daaraan voorafgaand had klager al bij een medewerker van het bad nagevraagd of de gitaar goed was binnengekomen. Hem werd toen verteld dat de gitaar helemaal in orde was. Klager heeft
ook
te kennen gegeven dat hij zelf zijn gitaar bij binnenkomst wilde controleren. Dat werd hem in verband met de drukte niet toegestaan. Toen hij uiteindelijk op 19 december 2011 zijn gitaar in handen kreeg, zag hij direct dat er schade was. De lijst van
de
klankkast is aan de onderkant gebarsten. Ook was een deel van het laminaat gespleten. Dergelijke schades kunnen niet spontaan ontstaan, er moet iets met de gitaar gebeurd zijn. De kosten voor reparatie zijn voor klager niet echt goed in te schatten.
Hij
veronderstelt dat deze ergens tussen de € 45,- en € 200,- zullen liggen. Klager is er van overtuigd dat de schade nog niet bestond toen hij hem voor vervoer aanbood in Roermond.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van onderdeel a:
Klager volgt een zinvolle studie, dat staat voor de directeur niet ter discussie. Het inrichtingsbeleid is echter gericht op vakopleidingen en basiseducatie, waaraan het opleidingenbudget wordt besteed. Klagers studie is geen vakopleiding of
basiseducatie en komt daarom niet in aanmerking voor een bijdrage in de studiekosten. Hij wordt wel door de inrichting gefaciliteerd in ondersteuning bij het volgen van zijn studie. De directeur is van mening dat hij vrij is om te beslissen om al dan
niet een tegemoetkoming in de studiekosten te verlenen. Individuele verzoeken daartoe worden altijd in behandeling genomen. Nadat de afdeling onderwijs op het verzoek heeft geadviseerd, wordt door de directeur een beslissing genomen. Tot nog toe zijn
alle soortgelijke verzoeken afgewezen. Ten aanzien van het opleidingsbudget van de inrichting zijn keuzes gemaakt. De inrichting heeft eigen opleidingsplan. Dat wordt ook uitgevoerd. Daarbij is de keuze gemaakt om zich met name te richten op de
vakopleidingen. Daarmee wordt de grootste groep gedetineerden bereikt. Voor de deelname aan interne opleidingen wordt geen eigen bijdrage gevraagd. In het inrichtingsbudget is geen bedrag geoormerkt voor (externe) opleidingen.
Ten aanzien van onderdeel b:
De directeur kan geen antwoord geven op de vraag of de schade aan de gitaar al dan niet zichtbaar was bij binnenkomst. Klagers eigendommen zijn bij binnenkomst opgeslagen in klagers visitatie. Uit de informatie die directeur heeft bereikt, is niet
gebleken van enig voorval met die gitaar noch dat er schade zou zijn geconstateerd. Beleid is dat zichtbare schade bij binnenkomst aangetekend wordt. Dat is in dit geval niet gebeurd. De directeur gaat er vanuit dat de gebruikelijke procedure gevolgd
is. Het komt vaker voor dat goederen (licht) beschadigd bij de inrichting binnenkomen. Kennelijk is de schade aan klagers gitaar niet als zodanig herkend. Niet uitgesloten is dat schade bij binnenkomst door het personeel gelet op de aard en omvang van
de schade niet is opgemerkt. Daarom is het goed mogelijk dat de gitaar door het personeel als onbeschadigd is aangemerkt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a van het beklag:
De circulaire schriftelijke studies van gedetineerden van 20 juni 1988, nr. 361/388 vormt het beslissend kader voor de beoordeling van de vraag of klager in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de studiekosten.

De beroepscommissie overweegt dat de - inmiddels verouderde, maar geldende - circulaire ook thans nog de vigerende regelgeving is om een verzoek om een tegemoetkoming in de studiekosten te beoordelen. Klager voldoet aan de vereisten zoals vermeld in de
circulaire. De door de directeur gegeven grond voor afwijzing van klagers verzoek komt in de circulaire niet voor. Gelet daarop kan die grond de bestreden beslissing niet dragen.
De beroepscommissie zal daarom het beroep gegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen. Het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing van de directeur zal worden vernietigd. Beslist zal
worden dat klager ingevolge de circulaire in aanmerking komt voor een vergoeding van de studiekosten.

Nu de directeur opdracht zal worden gegeven alsnog om een tegemoetkoming in de studiekosten ingevolge de regeling in de circulaire te verstrekken, zijn er geen termen voor de toekenning van een financiële tegemoetkoming.

Ten aanzien van onderdeel b van het beklag:
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat klager in de p.i. Roermond zijn gitaar onbeschadigd heeft aangeleverd voor vervoer naar de p.i. Vught. Voorts wordt aannemelijk geacht dat die gitaar bij binnenkomst in de inrichting schade had
tengevolge van dat vervoer naar de p.i. Vught en dat die schade door het personeel gelet op de aard en omvang van de schade niet is opgemerkt bij binnenkomst aldaar. Voor ontvangst van (onder meer) klagers gitaar is door een medewerker van de p.i.
Vught
getekend. Gelet daarop is de verantwoordelijkheid voor die schade – daargelaten of deze voor of tijdens het transport is ontstaan – overgegaan op de directeur van de p.i. Vught. Ook dit onderdeel van het beroep is daarom gegrond. De uitspraak van de
beklagcommissie zal ook ten aanzien van dit deel van het beklag worden vernietigd en ook dat onderdeel van het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming voor het door klager ondervonden ongemak. Zij merkt daarbij op dat die tegemoetkoming geen schadevergoeding is, voor het verkrijgen waarvan aan klager andere
wegen openstaan. Zij zal de hoogte van de tegemoetkoming vaststellen op € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart beide onderdelen van het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover in onderdeel a van het beklag is geklaagd en beslist dat klager alsnog ingevolge de circulaire in aanmerking komt voor een vergoeding van de studiekosten. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van €
15,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. A.M. van Kalmthout en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven