Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1783/GA, 1 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:01-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1783/GA

betreft: [klager] datum: 1 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.J. Olie, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 mei 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuid te Arnhem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De einddatum van klagers detentie is 6 september 2012. In het kader van klagers resocialisatie zou het goed zijn als hij voor die tijd zijn vader één
of meerdere keren kan bezoeken in het kader van algemeen verlof. In de beslissing van de directeur van 15 maart 2012 stelt de directeur dat klagers verzoek is afgewezen omdat klager weigert deel te nemen aan een traject in het kader van Terugdringen
Recidive (TR) en in het bijzonder aan een psychologisch onderzoek, waardoor er geen inzicht bestaat in het recidiverisico en er een risico bestaat voor ongestoord verlof. In zijn brief van 25 april 2012 geeft de directeur echter aan dat er een risico
bestaat voor een ongestoord verlof vanwege de gestoorde of agressieve persoonlijkheid van klager. Echter, daarvan is uit feiten of omstandigheden niet gebleken. Ten onrechte verwacht de directeur van klager dat hij aantoont dat er bij hem geen sprake
is
van een gestoorde of agressieve persoonlijkheid, terwijl het de bedoeling is dat de directeur zijn beslissing onderbouwt. Bovendien heeft klager wel degelijk meegewerkt aan TR, alleen wilde hij geen psychologisch onderzoek ondergaan. Dit is ook niet
aan
klager opgelegd, zodat geen sprake is van het niet nakomen van afspraken. Verder mag de enkele weigering om mee te werken aan TR niet leiden tot afwijzing van een verzoek om algemeen verlof. Bovendien heeft klager na zijn voorwaardelijke
invrijheidstelling lange tijd buiten verbleven zonder met politie en justitie in aanraking te komen. Verder bestaan er geen problemen ten aanzien van klagers verlofadres. Toekenning van verlof aan klager zou ten goede komen aan de relatie tussen klager
en zijn vader. Klager verwijst daartoe naar een brief van zijn vader.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft de directeur toegelicht dat er geen inschatting kan worden gemaakt van het recidiverisico, omdat klager weigert deel te nemen aan TR. Omdat klager ook heeft geweigerd
deel te nemen aan een psychologisch onderzoek, bestaat er volgens de directeur een risico voor een ongestoord verlof als gevolg van de gestoorde of agressieve persoonlijkheid van klager. Klager is namelijk op 10 september 2010 voorwaardelijk in
vrijheid
gesteld. Als bijzondere voorwaarde kreeg klager mee dat hij de afspraken met de reclassering moest nakomen. Op 6 september 2011 is klager weer gearresteerd in verband met de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Tot herroeping is met
name beslist vanwege klagers consistent weigerachtige houding om mee te werken aan een psychologisch onderzoek. Als klager wel een psychologisch onderzoek had ondergaan, had hij daarmee kunnen aantonen dat er geen sprake is van een gestoorde of
agressieve persoonlijkheid. De directeur verwijst naar de conclusie in de rapportage aangaande de overtreding bijzondere voorwaarden van de reclassering, waarin - onder meer - staat vermeld dat “klager geen medewerking wil verlenen aan een
psychologisch
onderzoek of aan een enkel ander onderzoek. Er kan dus gesteld worden dat klager, aldus ons, zijn bijzondere voorwaarde overtreedt en wij hierdoor niet de mogelijkheid hebben om verdere inhoud te geven aan het v.i.-toezicht. Wij achtten het gevaar- en
recidiverisico bijzonder hoog.”

3. De beoordeling
Uit de stukken is gebleken dat klager schriftelijk heeft verklaard niet mee te werken aan een traject in het kader van TR. De beroepscommissie stelt vast dat de wet aan de gedetineerde niet de verplichting oplegt om mee te werken aan TR. De enkele
weigering om mee te werken aan TR kan daarom geen grond vormen voor afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.
De beroepscommissie is verder van oordeel dat de omstandigheid dat klager geen medewerking heeft willen verlenen aan een psychologisch en/of psychiatrisch onderzoek evenmin een grond kan vormen voor afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.
Klagers weigering mee te werken aan een dergelijk onderzoek heeft immers al geleid tot de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar. Bovendien bevindt het reclasseringsadvies waar de beslissing van de directeur
op is gebaseerd zich niet tussen de stukken. Verder is gebleken dat het verlofadres is goedgekeurd, de Advocaat-Generaal positief heeft geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek om algemeen verlof en klager in de periode na zijn voorwaardelijke
invrijheidstelling niet in aanraking is geweest met politie en justitie. Onder deze omstandigheden is de beroepscommissie van oordeel dat het beroep gegrond is. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond
worden verklaard. De beroepscommissie draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn
van
twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 1 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven