Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0166/GA - eindbeslissing, 20 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

Uitspraak

nummer: 12/166/GA – eindbeslissing

betreft: [klager] datum: 20 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Roermond,

gericht tegen een uitspraak van 13 januari 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 mei 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Roermond gehoord. Klager heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen
verschijnen.

In de tussenbeslissing van 11 juni 2012 heeft de beroepscommissie de behandeling van het beroep aangehouden teneinde het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te consulteren over de invloed van het eten van maanzaad op de uitslag van de urinecontrole.
Op 6 juli 2012 ontving de beroepscommissie het rapport van [...], apotheker, van het NFI. Onder toezending van een kopie van het rapport van het NFI zijn klager en de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld te reageren op het
rapport. Op 17 juli 2012 is van de directeur van de locatie Roermond een reactie ontvangen. Een kopie van deze reactie is ter informatie aan klager toegezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een officiële waarschuwing na een positieve urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft op 31 oktober 2011 positief gescoord op opiaten (494 ng/ml). De grenswaarde voor een positieve urinetest op opiaten is 300 ng/ml. De
uitslag van een herhalingsonderzoek was positief op opiaten (518 ng/ml) en de uitslag van het bevestigingsonderzoek was positief op morfine (440 ng/ml) en codeïne (95 ng/ml). Gezien de hoogte van de scores, is duidelijk sprake van aanwezigheid van
gedragsbeïnvloedende stoffen. De lijst met stoffen die de urinecontrole kunnen beïnvloeden, waaronder blijkbaar maanzaad, is arbitrair en afhankelijk van verschillende wetenschappelijke onderzoeken. Een discussie hierover past niet in de beklag- en
beroepsprocedure van de Pbw. Uit de testen is niet gebleken dat het eten van enkele broodjes met maanzaad de oorzaak is van een hoge score, terwijl feitelijk is aangetoond dat er gedragsbeïnvloedende stoffen zijn aangetroffen. Het geven van een
waarschuwing is overeenkomstig het sanctiebeleid van de inrichting en het drugsontmoedigingsbeleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen.
Klager heeft samen met een medegedetineerde een zak broodjes met maanzaad opgegeten. Het eten van maanzaad beïnvloedt de urinecontrole, maar niet in die mate dat de grenswaarde van 300 ng/ml wordt overschreden. Volgens het onderzoekslaboratorium moet
voor een uitslag boven de 450 ng/ml kilo’s aan maanzaad worden gegeten. De grenswaarde van 300 ng/ml is gekozen om zeker te zijn dat de score zijn oorzaak vindt in gedragsbeïnvloedende middelen. De gedetineerden weten dat het eten van maanzaad de
urinecontrole kan beïnvloeden. De inrichting verstrekt zelf geen broodjes met maanzaad. Door klager is een mailbericht overgelegd van [...], de president van de European Workplace Drug Testing Society. Maanzaad kan een positieve uitslag op opiaten
geven, zij het kortdurend en waarbij de uitslag niet extreem hoog (>1600) kan zijn.
Het rapport van het NFI bevestigt de grote twijfelachtigheid van de invloed van maanzaad op de uitslag van de urinecontrole. Het omgekeerde kan ook, namelijk dat maanzaad niet van invloed is. Hoe de gedragsbeïnvloedende middelen in klagers lichaam zijn
gekomen, is niet van belang. Het is klagers eigen verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat hij geen gedragsbeïnvloedende middelen gebruikt.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In de tussenbeslissing van 11 juni 2012 heeft de beroepscommissie de behandeling van het beroep aangehouden teneinde het NFI te consulteren over de invloed van het eten van maanzaad op de uitslag van de urinecontrole. Op 5 juli 2012 heeft [...],
apotheker en NFI-deskundige forensische toxicologie, in een rapport de door de beroepscommissie aan het NFI voorgelegde vragen beantwoord.

In zijn rapport beantwoordt de deskundige de vragen van de beroepscommissie als volgt:

“Vraag 1
Is het eten van maanzaad van invloed op de uitslag van de urinecontrole naar opiaten?
Het eten van maanzaad kan van invloed zijn op de uitslag van de urinecontrole naar opiaten. Maandzaad kan namelijk de opiaten morfine en codeïne bevatten. Of het eten van maanzaad de uitslag van de urinecontrole kan beïnvloeden is wel afhankelijk van
verschillende factoren, zoals:
- De herkomst van het maanzaad. Het gehalte van opiaten verschilt per soort maanzaad. In de geraadpleegde literatuur varieert het gehalte morfine in maanzaad afkomstig uit verschillende landen tussen 0,1 en 251 microgram per gram. Het percentage
codeïne
varieert tussen 0,1 en 57 microgram per gram. , ,
- De hoeveelheid maanzaad die geconsumeerd is. In de geraadpleegde literatuur zijn bij 7 personen na consumptie van 4 gram maanzaad concentraties in urine tot ongeveer 3700 ng/ml (=nanogram per milliliter) morfine en 70 ng/ml codeïne gemeten. Het
ingenomen maanzaad bevatte een hoog percentage morfine (251 microgram per gram maanzaad) en codeïne (57 microgram per gram maanzaad). 1
- Tijdstip van urinemonstername na inname van maanzaad. In de geraadpleegde literatuur varieert het tijdstip waarop de maximale concentratie van morfine en codeïne in urine wordt bereikt na inname van maanzaad van enkele uren tot een halve dag. 1,
- Variatie tussen personen. Er is een grote variatie tussen personen in de concentratie morfine en codeïne in de urine na inname van dezelfde hoeveelheid maanzaad en het tijdstip waarop de maximale concentratie bereikt is. 1,2,3,4

Vraag 2
Hoeveel gram maanzaad moet worden gegeten om tot een uitslag te komen van boven de 300 ng/ml respectievelijk van boven de 450 ng/ml?
De hoeveelheid maanzaad die moet worden ingenomen om tot een uitslag van opiaten in urine van boven 300 ng/ml of 450 ng/ml te komen is afhankelijk van onder andere het gehalte opiaten in het maanzaad en het tijdstip van monstername (zie ook het
antwoord
op vraag 1).
Er is geen goede relatie tussen de concentratie opiaten in de urine en de hoeveelheid ingenomen maanzaad. Op grond van de concentratie opiaten in de urine kan de ingenomen hoeveelheid maanzaad niet worden berekend.
In de geraadpleegde literatuur zijn concentraties van opiaten in de urine boven 300 ng/ml gemeten na inname van drie broodjes (bagels) met maanzaad. Omgerekend komt dit ongeveer overeen met een totale inname van 2,4 g maanzaad. 4

Vraag 3
Na hoeveel tijd en voor hoe lang heeft het eten van 5 gram maanzaad invloed op een urinecontrole en in welke mate?
De concentratie en aantoonbaarheidsduur van opiaten in de urine na het eten van 5 gram maanzaad is onder andere afhankelijk van de concentratie opiaten in het maanzaad en de hoeveelheid ingenomen maanzaad (zie ook het antwoord op vraag 1).
In de geraadpleegde literatuur waarbij 7 personen 4 gram maanzaad hebben ingenomen, zijn bij 2 vrijwilligers 17 uur na inname nog concentraties van morfine in urine gemeten boven 400 ng/ml. De concentratie codeïne in de urine hierbij was 11 en 16
ng/ml.
Bij alle vrijwilligers is er ongeveer 24 uur na inname nog morfine aanwezig in de urine in concentraties tussen 19 en 272 ng/ml. Het maanzaad bevatte een hoog gehalte morfine (251 microgram per gram maanzaad) en codeïne (57 microgram per gram
maanzaad).
1

Vraag 4
Geeft de u toegezonden stukken u aanleiding tot het maken van overige opmerkingen met betrekking tot de invloed van het eten van maanzaad op de resultaten van de urinecontrole?
Op grond van de gegevens uit de literatuur kan alleen een algemene uitspraak worden gedaan over de invloed van het eten van maanzaad op de uitslag van een urinecontrole naar de aanwezigheid van opiaten.
Door grote variatie tussen personen, verschillen tussen soorten maanzaad, onduidelijkheid over de hoeveelheid ingenomen maanzaad en tijstip van inname kan geen uitspraak worden gedaan of in dit geval de positieve urinetest op opiaten het gevolg is
geweest van de inname van maanzaad.

In de geraadpleegde literatuur wordt beschreven dat maanzaad als bron van morfine en codeïne in de urine kan worden uitgesloten als 1:
- de concentratie codeïne in urine hoger is dan 300 ng/ml;
- de verhouding tussen de concentratie morfine en de concentratie codeïne in de urine minder is dan 2;
- de gemeten concentratie morfine in de urine hoog is (hoger dan 1000 ng/ml), zonder dat er codeïne in de urine aangetoond is ”.

De beroepscommissie gaat uit van de feiten zoals weergegeven in haar tussenbeslissing. Dit zijn de volgende:
* Een medegedetineerde van klager, [...]., stelt in zijn schriftelijke verklaring, dat hij op zondag 30 oktober 2011 (de door hem vermelde datum van 31 oktober 2011 is niet juist) bij de Jumbo-supermarkt te Kerkrade twee pakken met maanzaadbroodjes
(kampioentjes) heeft gekocht, die hij samen met klager heeft gegeten.
* Voor de beklagcommissie heeft klager verklaard, dat hij op (maandag) 31 oktober 2011 zes broodjes heeft gegeten. Hij stelt verder dat op de verpakking van de broodjes staat vermeld dat er 5 gram maanzaad per verpakking zit. Uit de stukken valt niet
op
te maken hoeveel broodjes er in één verpakking zitten.
* Uit het overzicht van het laboratorium met uitslagen van de urinecontrole komt naar voren dat de urinecontrole heeft plaatsgevonden op maandag 31 oktober 2011 om 11.58 uur (sample collection time). Om 11.59 uur is urine afgenomen ten behoeve van het
herhalings- en bevestigingsonderzoek.
* Tevens komt uit dit onderzicht naar voren dat het urineonderzoek een score heeft opgeleverd aan opiaten van 494 ng/ml. Het herhalingsonderzoek leverde een score op van 518 ng/ml. Het bevestigingsonderzoek leverde een score op van morfine (440 ng/ml)
en codeïne (95 ng/ml).

Gelet op deze feiten en de bevindingen in het rapport zoals hiervoor weergegeven, is de beroepscommissie van oordeel dat niet is uit te sluiten dat de uitslag van de urinecontrole in overwegende mate is bepaald door het eten van broodjes met maanzaad
door klager. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager van meet af aan heeft gesteld dat de positieve uitslag hierdoor is te verklaren en het feit dat elk nader onderzoek vanwege de inrichting achterwege is gebleven. Het beroep van de
directeur zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 20 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven