Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0267/TA, 6 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 12/267/TA

betreft: [klager] datum: 6 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 januari 2012 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en, namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft:
a. de maatregel van afdelingsarrest op 23 juni 2011 en de beslissing tot verlenging van het afdelingsarrest op 21 juli 2011;
b. de controle van klagers post op bijgesloten voorwerpen;
c. minimale beltijd en het hanteren van een belregeling.

De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft onderdeel a wegens vormverzuim gegrond verklaard en wat betreft de onderdelen b en c ongegrond op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De zaak over de aanvaring met personeel en medepatiënten op 12 juni 2011 is geseponeerd. Wat dan overblijft is het feit dat de inrichting vanaf juni 2011
klager behoorlijk heeft gemangeld. Het verhaal van de staf en medepatiënten is eenzijdig. Klager is uitgedaagd, bedreigd en aangevallen door medepatiënten. Hij moest zich verdedigen. Er zijn verklaringen van medepatiënten en personeel, die dit kunnen
bevestigen. Klager heeft zelf veel moeite moeten doen om aangifte te doen. Klager meent dat alle maatregelen onterecht zijn opgelegd. Klager is nooit gehoord ten tijde van de separatie. Klager stelt dat zijn advocaat beklag heeft ingediend over de
opgelegde separatiemaatregel. Klager heeft van 17 juni tot 16 december 2011 op de afdeling Linge verbleven. Vanaf eind augustus 2011 kon klager weer zonder toezicht bellen. Tot eind september 2011 heeft hij zijn advocaat niet mogen bellen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De advocaat van klager heeft brieven geschreven aan de commissie van toezicht, doch deze zijn niet aangemerkt als klaagschriften.
Het betreft niet alleen het incident op 12 juni 2011. Rondom klager bestonden veel irritaties in verband met zijn belgedrag. Klager belt grenzeloos en is hierin intimiderend tegenover anderen. Klager heeft een medepatiënt geslagen en heeft tot viermaal
toe geen gehoor gegeven aan de opdracht om naar zijn kamer te gaan. Besloten is tot weigering van klagers bezoek in het weekend van 18 juni 2011 omdat bij klager nog veel spanning aanwezig was naar aanleiding van dit incident.

3. De beoordeling
a.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie inhoudelijk op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Zij neemt hierbij in aanmerking dat klager in beroep geen gronden heeft aangevoerd gericht tegen het aan hem opgelegde
afdelingsarrest. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Wat betreft klagers stelling dat hij niet de agressor was van het incident van 12 juni 2011 met
medepatiënten, laat dit onverlet dat het hoofd van de inrichting op grond van zijn gedrag hem beperkende maatregelen heeft kunnen opleggen. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

c.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te bellen. Uit de stukken komt naar voren dat klager overdag zelf prioriteiten heeft gesteld doordat hem de keuze is gelaten te kiezen voor een telefoongesprek met zijn
partner of met zijn raadsman. Verder blijkt dat per 23 juli 2011 klager ’s-avonds de gelegenheid is geboden om een half uur te telefoneren. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 6 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven