Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1928/GM, 23 april 2002, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1928/GM

betreft: [klager] datum: 23 april 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een op 23 oktober 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.B Swart, advocaat teGroningen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Nieuwegein mannen te Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 17 oktober 2001 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 maart 2002, gehouden in de p.i. Over-Amstel te Amsterdam, is namens klager gehoord zijn raadsvrouw mr. N.B. Swart.
Klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt en behoorlijk was opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Nieuwegein heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 24 augustus 2001, betreft het verrichten van onvoldoende onderzoek naar klagers enkel en het dus niet serieus nemen van klagers klachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd.
Na een ongeval op het voetbalveld heeft een verpleegkundige klagers enkel onderzocht. Er is toen niet direct een arts geraadpleegd. Pas drie dagen later kreeg hij een afspraak met een arts. Hij ging strompelend naar de afspraak enheeft de arts verteld dat hij niet geslapen had van de pijn. De arts zei dat het niets ernstigs was en dat het gauw over zou gaan. Hij gaf klager niets voor de pijn. Omdat hij pijn bleef houden heeft hij de volgende ochtend via deverpleegster een nieuwe afspraak gemaakt. Klager kreeg weer hetzelfde te horen van de arts en hij kreeg wederom geen pijnstillers. De arts zei de laatste keer dat klager bij hem was dat het nog wel enige weken of maanden zou kunnenduren voordat de pijn helemaal over zou zijn.
Na klagers overplaatsing naar de p.i. Ter Apel in mei 2001 had hij nog steeds pijn. Hij heeft aan de aan die inrichting verbonden arts meerdere keren verteld dat hij pijn had. De arts heeft toen röntgenfoto's van de enkel latenmaken. Er werd toen geconstateerd dat er stukjes bot los zaten. Aan klager werd toen gezegd dat het nu te laat was om te opereren, omdat dat dan meteen na het ongeval had moeten gebeuren.
Klager heeft geen klachten over de bejegening door de arts van Nieuwegein, maar hij had alleen sneller moeten komen. Bovendien bestaat er een discrepantie tussen het verhaal van klager en het verhaal van de arts. Dit is van belangvoor de 'Ottawa ankle rules' die worden gebruikt om na te gaan wanneer het bij enkelletsel zinvol is om een röntgenfoto te maken. Dit is onder meer het geval als er direct na het trauma of in de spreekkamer sprake is van onvermogentot het belasten van de enkel. De arts zegt nu dat klager direct na het ongeval op zijn enkel kon lopen, maar klager zegt dat hij strompelend de behandelkamer is binnengekomen en dat hij niet geslapen had van de pijn.
Ten gevolge van klagers enkelletsel is nu het andere been overbelast. Hij zou pijnstillers en fysiotherapie nodig hebben, maar klager is illegaal in Nederland en dus niet verzekerd. In het bemiddelingsverzoek wordt geopperd dat hijnaar een orthopeed kan gaan, maar omdat hij illegaal is en daarom niet verzekerd, kan hij ook dat niet doen.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt.
Op 31 januari 2001 heeft klager tijdens het voetballen zijn rechtervoet verdraaid. Bij onderzoek door de verpleegkundige bleek de voet iets verdikt. Op dat moment waren er onvoldoende redenen om direct actie te ondernemen. Er werdeen afspraak gemaakt voor het eerstvolgende spreekuur op 2 februari 2001.
Tijdens dat spreekuur gaf klager aan de arts aan dat het beter ging. Bovendien kwam hij lopend en zonder afwijkend looppatroon naar het spreekuur.
Op 21 februari 2001 is klager nogmaals door de arts gezien in verband met aanhoudende klachten aan de rechtervoet/-enkel. Ook op dat moment waren er geen aanwijzingen voor bandletsel of een fractuur. Onder de werkdiagnose vankapselirritatie van de enkel is klager een zwachtel gegeven en is hem het advies gegeven terug te komen indien de klachten na twee weken niet zouden verbeteren. Deze controle heeft niet plaats kunnen vinden, omdat klager op 1 maart2001 is overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel.
Ook de arts in de p.i. Ter Apel heeft bij herhaaldelijke onderzoeken van de enkel een stabiele enkel gevonden en geen tekenen van een fractuur aangetroffen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat er na het ontstaan van klagers enkelletsel een normaal en gedegen lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit geen aanwijzingen volgden dat er sprake was van een fractuur. Deverrichte onderzoeken en de daaruit voortvloeiende bevindingen noopten er niet toe dat eerder een röntgenfoto van klagers enkel werd gemaakt. Bovendien heeft klager geen schade opgelopen door het later maken van de röntgenfoto en dedientengevolge later vastgestelde diagnose.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de aan de inrichting verbonden arts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm.Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, drs. H. van der Berg en drs. F.M.M. van Exter, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 23 april 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven