Nummer: 12/889/GB
Betreft: [klager] datum: 6 juni 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 6 april 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de p.i. Grave. Op 2 januari 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het formulier waarin klager aangeeft waar hij zijn verlof wil doorbrengen zou door de afdeling die verlofaanvragen verwerkt zijn teruggestuurd. Klager heeft dit formulier nooit ontvangen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wilde overgeplaatst worden naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Er is aan klager meerdere malen gevraagd om een verlofadres op te geven, omdat dit één van de voorwaarden is voor plaatsing in een b.b.i. Dit heeft hij niet gedaan.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager wenst een overplaatsing naar een b.b.i. Uit het selectieadvies van 19 december 2011 blijkt dat klager onvoldoende heeft meegewerkt aan de selectieprocedure voor een vervolginrichting. Gelet op artikel 3, tweede lid, onder c, van de
Regeling selectie plaatsing en overplaatsing gedetineerden komt klager derhalve niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 6 juni 2012
secretaris voorzitter