Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0645/TB, 5 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/645/TB

betreft: [klager] datum: 5 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Klunder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 17 februari 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. B. Klunder om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 21 april 2005 veroordeeld tot drie jaar en zes maanden gevangenisstraf en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij besluit van 4 augustus
2006 geplaatst in FPC de Kijvelanden. Bij brief van 13 februari 2012 is het voornemen tot overplaatsing van klager naar De Rooyse Wissel in het kader van een ruiling aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 17 februari
2012 beslist klager over te plaatsen en klager is op 23 februari 2012 geplaatst in De Rooyse Wissel te Maastricht.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is het vertrouwen in het FPC De Kijvelanden geheel kwijt. Klager wilde graag aan zijn overplaatsing meewerken, voor zover hij niet verder van zijn familie in Leeuwarden af zou komen te zitten. Desondanks is het besluit genomen om hem over te
plaatsen naar De Rooyse Wissel. De afstand tussen Leeuwarden en Venray/Maastricht is substantieel langer dan de afstand tussen Leeuwarden en Poortugaal. Klager is de wanhoop nabij. Hij is emotioneel en geeft aan levensmoe te zijn. Hij ervaart de
bestreden beslissing als de definitieve dolkstoot. Zijn zwaarwegende regionale voorkeur is met voeten getreden.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Aan de beslissing van 17 februari 2012 ligt een verzoek wederzijdse overplaatsing van klager vanuit FPC De Kijvelanden van 13 februari 2012 ten grondslag.
Uit dit verzoek blijkt dat er geen overeenstemming meer bestond tussen klager en de behandelstaf van De Kijvelanden. De kliniek beschikte over een machtiging voor begeleid verlof voor klager, maar maakte hier geen gebruik van. Klager had te kennen
gegeven niet langer vertrouwen te hebben in de kliniek en wenste niet deel te nemen aan de risicomanagement bijeenkomsten in groepsverband. De kliniek ging niet akkoord met de door klager gewenste individuele sessies en andere ingangen om klager alsnog
te motiveren voor verlof zijn op niets uitgelopen. Klager is overgeplaatst om hem in een andere kliniek de kans te bieden een vervolg te geven aan zijn behandeltraject. Nadat besloten was klager aan te bieden voor overplaatsing functioneerde hij in
beginsel gelijkmatig. Naar gelang de overplaatsing echter langer op zich liet wachten nam zijn gedrag een negatieve wending en is hij gesepareerd.
Volgens vaste jurisprudentie gaat een spoedige overplaatsing en daarmee een spoedig vervolg van de behandeling vóór regionale voorkeur. Klager staat nog aan het begin van zijn resocialisatietraject. Indien De Rooyse Wissel het noodzakelijk acht zijn
familie in de behandeling te betrekken zullen hiertoe de nodige maatregelen worden getroffen.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het verzoek van De Kijvelanden van 13 februari 2012 tot overplaatsing met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde
diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers\vluchtrisico.

Uit het verzoek van De Kijvelanden van 13 februari 2012 blijkt dat de kliniek over een machtiging beschikt om klager begeleid verlof te verlenen, maar dat het verlof niet wordt ingezet. Klager is niet meer bereid om een traject uit te zetten met de
kliniek. Klager heeft aangegeven niet meer verder te willen in De Kijvelanden en hij heeft gevraagd om overplaatsing. De kliniek heeft besloten tot een ruiling naar een andere kliniek met de bedoeling dat klager daar alsnog een vervolg kan geven aan
zijn behandeltraject. De kliniek schat in dat klager zijn motivatie (en daarmee zijn abstinentie van middelen) gemakkelijker zal vasthouden wanneer hij de kans krijgt op verlof te gaan.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden, namelijk enkel de grotere afstand tussen zijn verblijfplaats en die van zijn familie, kan niet tot een ander oordeel leiden. Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden
overgeplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan worden voortgezet weegt in de regel zwaarder dan eventuele regionale voorkeur.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van de overplaatsing naar De Rooyse Wissel. Het is aan de inrichting te bepalen in hoeverre het in het kader van klagers behandeling van belang zal zijn dat zijn familieleden daarbij worden betrokken.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar De Rooyse Wissel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 5 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven