Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1333/GB, 9 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1333/GB

Betreft: [klager] datum: 9 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.C. van Bunnik, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 juli 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein. Op 20 maart 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde
vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers dochters van twaalf en veertien jaar proberen onder begeleiding van Bureau Jeugdzorg het contact met klager te herstellen. Tijdens klagers detentie in de p.i. Nieuwegein konden zijn
dochters die woonachtig zijn in Amsterdam, hem opzoeken. Nu is dat voor hen onmogelijk. Klager is naar de p.i. Ter Apel overgeplaatst, omdat hij ongewenst vreemdeling is verklaard. Gezien klagers straf zit hij echter nog vele jaren vast en zal hij niet
spoedig worden uitgezet. Nu zijn dochters ook niet meer op bezoek kunnen komen, ontvangt klager geen enkel bezoek. Klager zal in de p.i. Ter Apel volledig geïsoleerd raken en wil daarom graag teruggeplaatst worden naar de p.i. Nieuwegein of een andere
p.i. in de omgeving van Amsterdam.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is in eerste aanleg veroordeeld en komt om die reden in aanmerking voor selectie voor een normaal beveiligde inrichting. Daarnaast is klager tot ongewenst
vreemdeling verklaard. Deze groep gedetineerden wordt geplaatst in een daarvoor bestemde inrichting, ook wanneer gedetineerden een lang strafrestant hebben. Het feit dat klagers dochters onder behandeling staan bij Bureau Jeugdzorg betekent niet dat
bezoek onmogelijk is. De uitvoering van het beleid met betrekking tot de ongewenst vreemdelingen weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor bezoek.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Dit is tevens een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel
20b,
tweede lid onder a, van de Regeling.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit het selectieadvies van 9 maart 2012 komt naar voren dat klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b, eerste lid, van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de
vrijheidstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Klager had ten tijde van het selectiebesluit van de selectiefunctionaris een strafrestant van meer
dan vier maanden. Voor dergelijke gedetineerden is in beginsel de locatie Esserheem of de p.i. Ter Apel bestemd. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Dat klagers fictieve einddatum
is bepaald op 27 februari 2025 en het daardoor onwenselijk zou zijn dat hij in de p.i. Ter Apel gedetineerd is, ver verwijderd van zijn dochters, kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt. De op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 9 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven