Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0660/JA, 9 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/660/JA

betreft: [klager] datum: 9 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj)) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Jeltes, namens

[...], geboren op [1992], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 20 februari 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Juvaid, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en zijn raadsvrouw mr. M. Jeltes en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 24 mei 2012, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel en de verlenging van de ordemaatregel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De tegemoetkoming houdt
in dat de j.j.i. aan klager tijdschriften naar keuze ter waarde van € 20,= zal aanbieden en dat j.j.i. klager in de gelegenheid zal stellen om twee keer, buiten de vakantieperiode om, een dvd uit de bibliotheek van de inrichting te lenen.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Nu klager vier dagen uitgesloten is geweest van verblijf op de groep zou op grond van de standaardbedragen tegemoetkomingen RSJ een geldelijke tegemoetkoming van € 40,= toegekend dienen te worden. Volgens de beklagrechter dient ‘het pedagogisch aspect
zo veel mogelijk gewaarborgd te zijn en bij voorkeur en indien mogelijk naar een compensatie in natura te worden gezocht.’ Klager is het daar niet mee eens. Voorts is het lenen van een dvd altijd mogelijk en ook kosteloos. Derhalve is dat geen
compensatie te noemen. Klager wil graag een geldelijke tegemoetkoming van € 40,=, subsidiair een compensatie in de vorm van een extra verlof of het uitzoeken van tijdschriften ter waarde van € 40,=.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd.
De door de RSJ vastgestelde standaardbedragen gelden als richtlijn en er kan ook een tegemoetkoming in natura worden verstrekt. Vanuit pedagogisch oogpunt sluit een tegemoetkoming in natura beter aan bij het behandelklimaat van de jeugdinrichting.
Jongeren kunnen als beloning van goed gedrag als privilege een dvd huren in de bibliotheek. Dit maakt onderdeel uit van de basismethodiek Youturn. In het onderhavige geval kan klager boven een eventuele privilege als tegemoetkoming een dvd extra uit de
bibliotheek kiezen, met een daarbij behorende dvd speler. Met de speler kan klager de dvd op zijn kamer afspelen. Dit is wel degelijk als compensatie aan te merken.

3. De beoordeling
Artikel 73, zevende lid, Bjj houdt in dat indien de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt, zoals hier het geval is, de beklagcommissie, na de directeur te hebben gehoord, bepaalt of enige tegemoetkoming
aan klager geboden is en dat de beklagcommissie dan vervolgens de tegemoetkoming, die geldelijk van aard kan zijn vaststelt. In de memorie van toelichting op artikel 73, zevende lid, Bjj wordt gesteld dat in de praktijk twee vormen van compensatie
worden toegekend: ‘een geldelijke tegemoetkoming (met name voor ondergane opsluiting in een strafcel of in een afzonderingscel) en toekenning van extra faciliteiten, zoals luchten, bezoek.’
In dit geval is klager bijna vier dagen uitgesloten geweest van verblijf in de groep en klager verzoekt om een geldelijke tegemoetkoming. De beklagrechter heeft dit verzoek van klager niet ingewilligd en gelet op het pedagogische aspect een compensatie
in natura toegekend waarbij aldus de beklagrechter zoveel mogelijk aan de individuele wensen van de jeugdige voldaan dient te worden. Nog daargelaten echter dat niet naar de mening van klager ter zake is gevraagd, heeft de jeugdige uitdrukkelijk te
kennen gegeven een geldelijke tegemoetkoming op zijn plaats te achten en niet door de beklagrechter vastgestelde compensatie in natura. Niet duidelijk is geworden waarom in dit geval van de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming een groter
pedagogisch effect zou uitgaan dan van een geldelijke compensatie.
De beroepscommissie kan zich gelet hierop dan ook niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van € 40,=.

4 De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, ing. M. Mulders en dr. R.A.R. Bullens, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven