Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0994/GB, 18 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/994/GB

Betreft: [klager] datum: 18 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 19 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 18 mei 2010 gedetineerd. Zij verblijft in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster heeft recht op verlof, omdat zij al twee jaar in detentie verblijft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klaagster is nog niet onherroepelijk veroordeeld, omdat zowel het Openbaar Ministerie (OM) als klaagster in hoger beroep zijn gegaan. Klaagsters fictieve einddatum is 15 september 2013. Zij zou derhalve in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. kunnen
komen, maar dit is geen recht. Klaagster is nog niet begonnen aan de in het kader van het programma Terugdringen Recidive geïndiceerde interventies. Het OM adviseert negatief, vanwege de ernst van het delict, de positie van de relaties van de
slachtoffers en de maatschappelijke onrust.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en
maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Klaagster voldoet aan de formele vereisten als
bedoeld
in artikel 3 van de Regeling. Uit de stukken blijkt verder dat het recidiverisico van klaagster als laag wordt ingeschat. Mede in het licht van deze inschatting kan aan het verder niet onderbouwde negatieve advies van het OM geen doorslaggevende
betekenis worden toegekend. Voor wat betreft de eventueel noodzakelijke nog plaats te vinden interventies, die om verder niet toegelichte redenen nog niet hebben plaats gevonden/van start zijn gegaan, overweegt de beroepscommissie dat niet valt in te
zien waarom die interventies niet vanuit/in een b.b.i. zouden kunnen worden ingezet. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de
bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen
termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 18 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven