Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0461/GA, 21 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/461/GA

betreft: [klager] datum: 21 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 januari 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Norgerhaven, te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Norgerhaven in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat er geen Belgische televisiekanalen in het zenderaanbod zijn opgenomen.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, omdat het beklag niet gericht is tegen een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen is aan te merken als een provider en is daardoor op grond van de Mediawet verplicht om Nederland 1, 2 en 3,
twee Nederlandstalige Belgische zenders en de publieke regionale en lokale omroep door te geven. De twee Nederlandstalige Belgische zenders geeft de p.i. niet door. Klager heeft een huurovereenkomst met de p.i. Doordat de directeur het zenderaanbod
bepaalt, wordt bevestigd dat de p.i de provider is. Klager verzoekt de beroepscommissie om de directeur te verplichten om twee Nederlandstalige Belgische zenders aan te bieden. Bovendien moet de directeur de satelliet-provider erop wijzen de Belgische
zenders aan te bieden.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Er is geen sprake van een beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. De p.i. is geen provider, maar een ontvanger. De p.i. heeft een abonnement afgesloten met een satelliet-provider.
De satelliet-provider levert diensten aan de p.i. en de p.i. levert deze door aan de gedetineerden. Artikel 6.13 van de Mediawet is niet van toepassing. Er worden veertig zenders aangeboden. De directeur bepaalt het definitieve zenderaanbod.

3. De beoordeling
Voor zover klager heeft aangevoerd dat de regeling van het zenderaanbod in de inrichting in strijd is met artikel 6.13, eerste lid, onder d, van de Mediawet en dat om die reden de interne regeling in strijd is met een hogere regeling, geldt het
volgende. De beroepscommissie is van oordeel dat artikel 6.13 van de Mediawet niet van toepassing is, nu de penitentiaire inrichting niet kan worden aangemerkt als een aanbieder van een omroepnetwerk als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder a, van
de Mediawet. Een aanbieder van een omroepnetwerk is een rechtspersoon die aan de aangeslotene tegen betaling, meestal via de kabel, een bepaald zenderaanbod ter beschikking stelt zodat de aangeslotene bepaalde televisiezenders kan ontvangen. De
aangeslotene is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij de aanbieder van een omroepnetwerk een abonnement afsluit, waardoor gebruik kan worden gemaakt van de door de aanbieder geleverde diensten (lees: kabeltelevisie). De p.i. Veenhuizen kan
slechts over toegang tot kabeltelevisie beschikken indien zij een abonnement bij een aanbieder van een omroepnetwerk heeft afgesloten. De p.i. Veenhuizen heeft daarbij een keuze uit verschillende abonnementen. Dat maakt dat de p.i. Veenhuizen dient te
worden aangemerkt als een aangeslotene, als bedoeld in artikel 6.13 van de Mediawet. Van enige onredelijkheid of onbillijkheid bij de abonnementskeuze is niet gebleken. Ook overigens kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet leiden tot een andere
beslissing dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 21 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven