Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1040/GB, 20 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1040/GB

Betreft: [klager] datum: 20 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A. ten Berge, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen Nieuwegein afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager verblijft al langere tijd in voorlopige hechtenis. Te verwachten is dat zijn bezoek, dat woonachtig is in Arnhem en Rotterdam, daardoor zal verminderen. Voor zijn bezoek is de reisafstand
naar Haarlem te ver. Klager heeft bij zijn verzoek om overplaatsing rekening gehouden met het parket van insluiting en de woonplaatsen van zijn bezoekers.
Het is juist dat klagers moeder en/of zus klager in 2011 één keer hebben bezocht en in 2012 nog geen enkele keer. Dit is omdat de afstand voor hen te groot is. Daarnaast is de registratie van bezoek niet geheel juist.
De belangen van justitie met betrekking tot het vervoer zijn niet in het geding nu klagers strafzaak nog eenmaal pro forma op het programma staat en vaststaat dat de inhoudelijke behandeling in september 2012 zal plaatsvinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager ontvangt bezoek en er zijn geen aanwijzingen dat zijn bezoek uit Arnhem minder zal worden. Uit de recente bezoekregistratie van de p.i. Haarlem blijkt dat klager in 2012 bijna wekelijks bezoek ontvangt uit Arnhem en daarnaast nog ander bezoek
ontvangt. Er staat geen bezoek van klagers moeder of zus geregistreerd in 2012.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het arrondissementsparket Amsterdam. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in
dan wel nabij het arrondissement van vervolging. De inrichting waar klager thans verblijft, bevindt zich nabij het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden
gemaakt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan, nu hij met enige regelmaat bezoek ontvangt, niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 20 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven