Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0339/GA, 27 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/339/GA

betreft: [klager] datum: 27 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zoetermeer,

gericht tegen een uitspraak van 23 januari 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 juni 2012, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, is gehoord [...], juridisch medewerker van de locatie Zoetermeer.
Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager op 18 december 2011 de hele dag ingesloten is geweest wegens een calamiteit.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het dagprogramma in de gehele inrichting is stilgelegd vanwege een suïcide van een gedetineerde. Alle medewerkers zijn ingeschakeld om te zorgen voor de begeleiding van externen, zoals de rijksrecherche. Ook de burgemeester moest ingelicht worden. Ook
was een groot deel van het personeel ontdaan. Bij zo een situatie wordt een beroep gedaan op personeel van andere afdelingen. Per afdeling is wel gelucht. Er heeft een compensatie plaatsgevonden voor het ongemak door een bingo te organiseren. Weliswaar
was al eerder besloten de bingo te organiseren, maar als compensatie was de bingo met extra prijzen opgetuigd.. Dit is ook gecommuniceerd via de gedetineerdencommissie.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De klacht betreft een beslissing van de directeur die iedere individuele gedetineerde raakt. Op grond daarvan is de hiertegen ingediende klacht ontvankelijk. Op 18 december 2011 heeft een ingrijpend incident plaatsgevonden. De beroepscommissie begrijpt
dat de activiteiten dan tijdelijk worden stilgelegd. Voor een dergelijke ordemaatregel is vereist dat deze noodzakelijk is. De noodzaak om alle gedetineerden, ook van andere afdelingen dan die waar het incident plaatsvond, gedurende vrijwel de gehele
dag in te sluiten is door de directie niet aannemelijk gemaakt. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 27 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven