Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1049/GA, 25 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:25-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1049/GA

betreft: [klager] datum: 25 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 21 maart 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2012, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord [...] en [...], respectievelijk plaatsvervangend vestigingsdirecteur en juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel. Klager heeft per brief van 5
juni 2012 laten weten dat hij geen gebruik zal maken van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers aanvraag tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven een nieuwe beslissing te nemen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De verlofaanvraag is afgewezen op grond van artikel 4, onder b, d, g, h en i
van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (verder: de Regeling). Klager is gedetineerd omdat hij zich niet aan de afspraken met de reclassering heeft gehouden. Door de tenuitvoerlegging van zijn voorwaardelijke straf en het verbod om contact
te onderhouden met de slachtoffers is klager rancuneus en verbitterd geworden. Klager wil iedereen aanpakken die de pedofiele vereniging wil afschaffen. Ondanks het contactverbod heeft hij getracht een brief naar de slachtoffers te sturen. Voorts heeft
klager suïcidale uitlatingen gedaan, die door de directeur serieus zijn genomen. Klager heeft inmiddels een tweede verlofaanvraag ingediend. Deze tweede aanvraag is toegewezen, omdat de omstandigheden veranderd waren. Tijdens een gesprek is naar voren
gekomen dat er bij klager minder frustraties bestonden en klager heeft laten weten dat hij van plan was om het verlof tot een goed einde te brengen. Bovendien nam klager inmiddels deel aan het programma terugdringen recidive (TR), hetgeen ten tijde
van
de eerste verlofaanvraag niet het geval was.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. Klager is niet gerecidiveerd en het recidiverisico is ingeschat als laag. Hij heeft na anderhalf jaar besloten om niet meer mee te werken aan
het reclasseringstoezicht, omdat de reclassering niet adequaat heeft gereageerd op problemen en omdat klager door de reclassering is belemmerd te verhuizen. Er zijn fouten gemaakt en daardoor heeft hij geen vertrouwen in de rechtsgang. Klager heeft een
tijd dicht bij de slachtoffers gewoond, hetgeen pijnlijke situaties heeft opgeleverd. Ondanks alles heeft klager weer contact gezocht met de reclassering. Hij neemt ook deel aan het programma TR en hij heeft gesprekken met de ambulante forensische
psychiatrie noord (AFPN). De suïcidale uitlating kwam voort uit het feit dat hij even geen perspectief meer zag, maar er bestond geen acuut gevaar. Hij heeft een brief gestuurd naar de slachtoffers, omdat ze er recht op hebben dat hun vragen worden
beantwoord. Het opgegeven verlofadres ligt op ongeveer 25 kilometer van de woonplaats van de slachtoffers. De tweede verlofaanvraag is wel toegewezen, omdat de feiten veranderd zouden zijn. Het enige wat veranderd is, is dat klager nu meer openhartig
is.

3. De beoordeling
Voorop dient te worden gesteld dat de directeur bij de beoordeling van verzoeken om algemeen verlof een eigen belangenafweging dient te maken tussen het individuele belang van de aanvrager van het verlof en de algemene belangen van de samenleving. De
beroepscommissie stelt vast dat klager thans is gedetineerd, omdat de rechtbank bij uitspraak van 26 juli 2011 heeft beslist dat de aan klager opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf – één jaar – ten uitvoer dient te worden gelegd. Tot
tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf is overgegaan, omdat klager heeft geweigerd zich langer te houden aan de bijzondere voorwaarden van de reclassering. Uit klagers reactie op het beroepschrift van 9 april 2012 komt naar voren dat
klager na anderhalf jaar niet langer wenste mee te werken aan het reclasseringstoezicht. Ter zitting is door de directeur naar voren gebracht dat er geen vertrouwen was in een goede afloop van het verlof, omdat klager sinds de tenuitvoerlegging van
zijn
voorwaardelijke straf rancuneus is jegens de rechter en de reclassering, omdat klager ondanks het contactverbod heeft getracht contact te zoeken met de slachtoffers en omdat klager suïcidale uitlatingen heeft gedaan. Hoewel zowel de officier van
justitie bij het arrondissementsparket Assen als de politie positief hebben geadviseerd ten aanzien van klagers verlofaanvraag en de verloven tijdens een eerdere detentie goed zijn verlopen, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de
directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4, onder d, van de Regeling – gebleken onbetrouwbaarheid met betrekking tot het nakomen van afspraken –, niet kan worden aangemerkt
als onredelijk en onbillijk. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 25 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven