nummer: 12/253/GA
betreft: [klager] datum: 7 juni 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie De Boschpoort te Breda,
gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 25 mei 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Breda gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij
daarvan geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om het penitentiair dossier te corrigeren.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft ten onrechte de directeur niet in de gelegenheid gesteld het verzuim met betrekking tot het verstrekken van schriftelijke
informatie te herstellen. Evenmin is de directeur in de gelegenheid gesteld te reageren op het klaagschrift.
Het verzoek de inhoud van het penitentiair dossier te wijzigen is inmiddels afgewezen. Uit de stukken van het penitentiair dossier blijkt dat klager niet als verslaafde is aangemerkt. De informatie uit het penitentiair dossier kan worden gebruikt bij
het monitoren van de gedetineerde gedurende zijn detentie. Informatie over drugsgebruik wordt als onderdeel in de inrichtingsadviezen opgenomen om te oordelen over overplaatsing naar een passend regime en kan worden meegewogen bij verzoeken om verlof.
De in de documenten opgenomen passages over het drugsgebruik van klager zijn door hemzelf verstrekt. Deze hebben er niet toe geleid dat klager wordt gekwalificeerd als drugsgebruiker. Die term komt in het betreffende dossier dan ook helemaal niet voor.
Waarom er indertijd niet gereageerd is op het verzoek van de raadsman van klager is de directeur niet bekend. Het functioneren van de BSD is enige tijd niet optimaal geweest.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Door de directeur is aangevoerd dat het onderzoek van de beklagcommissie onvoldoende en/of onvolledig is geweest doordat de directeur niet in de gelegenheid is gesteld alsnog schriftelijke informatie te verstrekken en te reageren op het klaagschrift.
De
beroepscommissie gaat hieraan voorbij nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld. Overigens ligt het voor de hand dat bij gebreke van een reactie van de directeur op een verzoek om inlichtingen van de beklagcommissie tenminste eenmaal
wordt gerappelleerd.
Vast is komen te staan dat mr. A.J. Sol namens klager per fax van 13 oktober 2011 heeft verzocht de inhoud van het penitentiair dossier te wijzigen, omdat klager daarin ten onrechte wordt aangemerkt als verslaafde. Ten tijde van de beslissing van de
beklagcommissie was op dat verzoek in het geheel niet gereageerd en het uitblijven van een beslissing kan als onzorgvuldig worden aangemerkt. Gelet daarop dient het beroep van de directeur ongegrond te worden verklaard.
Hieraan doet niet af dat in beroep is gebleken dat inmiddels op het namens klager gedane verzoek is gereageerd en dat voor zover de beroepscommissie heeft kunnen constateren in het penitentiair dossier klager niet wordt aanduid als verslaafde .
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 7 juni 2012
secretaris voorzitter