Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1418/SGA, 8 mei 2012, schorsing
Uitspraakdatum:08-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1418/SGA

Betreft: [klager] datum: 8 mei 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M.R. Kok, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde p.i. d.d. 1 mei 2012, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in
afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 1 mei 2012 om 14.30 uur en eindigende op 15 mei 2012 om 14.30 uur. Gezien aanhoudende signalen betreffende verzoekers betrokkenheid aangaande (ernstige) verstoring van de
orde, rust en veiligheid van de inrichting heeft de directeur onderzoek gedaan en vanuit deze signalen en het onderzoek is de selectiefunctionaris verzocht om verzoeker over te plaatsen naar een andere inrichting. In afwachting van deze overplaatsing
is
onderhavige ordemaatregel opgelegd.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 4 mei 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 4 mei 2012 en de aanvulling daarop van 8 mei 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de stukken is gebleken dat op 1 mei 2012 duidelijk is geworden dat er zich op 28 april 2012 een zeer ernstig (gewelds)incident heeft voorgedaan op de afdeling waar ook verzoeker verbleef en dat thans
onderzoek wordt gedaan naar verzoekers (eventuele) betrokkenheid daarbij. Vanwege de handhaving van de orde, rust en veiligheid van de inrichting heeft de directeur de selectiefunctionaris verzocht om verzoeker over te plaatsen naar een andere
inrichting. Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de directeur om verzoeker in afwachting van die overplaatsing genoemde ordemaatregel op te leggen – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - gerechtvaardigd worden geacht. Het verzoek zal
daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 8 mei 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven