Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4477/TA, 1 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4477/TA

betreft: [klager] datum: 1 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 oktober 2011 van de beklagcommissie bij het FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geen allergiepillen heeft gekregen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft geen allergiepillen en karnemelk gehad. Het is de eerste keer in zeven jaar dat er geen allergiepillen zijn. Karnemelk krijgt klager op medisch advies en dit staat ook in het medisch dossier. Ook kreeg klager altijd een dubbele matras
vanwege zijn ernstige rugklachten. Er is niet aan de zorgplicht voldaan. Klager wil zijn standpunt ter zitting toelichten.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft aangegeven een toelichting op zitting te willen geven. De beroepscommissie wijst dit verzoek af nu dit verzoek niet is onderbouwd. Bovendien acht de beroepscommissie zich op grond van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te
beslissen.

De beroepscommissie stelt voorop dat alleen klachten over een (vermeende) schending van een wettelijk recht als gevolg van het niet betrachten van een zorgplicht als ontvankelijk worden aangemerkt en inhoudelijk beoordeeld. Als de klacht betrekking
heeft op de wijze van betrachten van een zorgplicht dient klager niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard. De enkele stelling dat sprake is van het niet betrachten van een zorgplicht biedt op zich zelf genomen geen deugdelijke grondslag
voor
de ontvankelijkheid van het beklag. Het ‘niet betrachten’ van een zorgplicht moet daadwerkelijk vastgesteld worden.
Naar het oordeel van de beroepscommissie betreft het éénmalig moeten wachten op medicijnen de wijze van betrachten van de medische zorgplicht en kan klager om die reden niet in zijn beklag worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 1 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven