Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0691/GA, 24 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/691/GA

betreft: [klager] datum: 24 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 december 2012 van de beklagcommissie bij het PPC Haaglanden, te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld PPC in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft: a. het ontbreken van een afdak op de luchtplaats, b. het niet mogen luchten op de zogenaamde grote luchtplaats en c. het afzonderen van klager tijdens speciale celinspectie.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel a. van zijn beklag en onderdeel b. en c. van het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Voorts wil klager zijn standpunt in beroep ter zitting toelichten.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht de zaak ter zitting te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich op grond van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Een gedetineerde heeft recht dagelijks minimaal één uur te luchten. De directeur dient, behoudens bijzondere omstandigheden, er zorg voor te dragen dat dit recht
daadwerkelijk kan worden uitgeoefend. Bescherming tegen de weersomstandigheden, in dit geval door middel van het realiseren van een afdakje, is onderdeel van deze zorgplicht. Daarom kan klagers klacht worden aangemerkt als een klacht betreffende een
beslissing namens de directeur als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Klager zal derhalve alsnog ontvankelijk worden verklaard in onderdeel a. van zijn beklag. Nu aan deze zorgplicht niet is voldaan en klager hiervan hinder heeft ondervonden zal de
uitspraak van de beklagcommissie in zoverre worden vernietigd en het beklag onder a. alsnog gegrond worden verklaard. Daarbij dient nog in aanmerking te worden genomen dat de stelling van de directeur inhoudende dat indien klager in verband met regen
het luchten afbreekt de verkorting van de luchttijd voor rekening van klager komt, te ver gaat. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de
tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

Ten aanzien van het beklag onder b. en c. kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve, voor zover het ziet op onderdeel b. en
c. van het beklag, ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, voor zover het ziet op onderdeel a. van het beklag, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,= .

De beroepscommissie verklaart het beroep, voor zover het ziet op onderdeel b. en c. van het beklag, ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 24 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven