Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3358/GA, 22 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3358/GA

betreft: [klager] datum: 22 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 september 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en de vestigingsdirecteur van de locatie Torentijd, [...], hebben schriftelijk laten weten geen gebruik te zullen maken van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 20 april 2012, gehouden in de penitentiaire
inrichtingen (p.i.) Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geen wachtgeld heeft ontvangen over week 30 van 2011.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht. Klager is sinds 26 juli 2011 gedetineerd in de locatie Torentijd. Bij binnenkomst is aan hem een aanvraagformulier arbeid gegeven, dat hij
direct heeft ingevuld en, omdat hij op dat moment zijn cel niet uitmocht, heeft overhandigd aan een personeelslid. Het personeelslid zou ervoor zorgen dat het ingevulde aanvraagformulier op de juiste wijze bij het bedrijfsbureau arbeid terecht kwam.
Dit
formulier is volgens de datumstempel echter pas op 1 augustus 2011 bij het bedrijfsbureau arbeid ontvangen. Klager is van mening dat hij vanaf 26 juli 2011 (week 30) recht had op wachtgeld. Dit is volgens klager in andere inrichtingen ook het geval.
Hij
heeft echter pas wachtgeld ontvangen vanaf week 31. Dat het formulier pas op 1 augustus 2011 door het bedrijfsbureau arbeid is ontvangen dient volgens klager niet voor zijn rekening te komen. Hij kon immers geen invloed uitoefenen op de overhandiging
van het aanvraagformulier door het personeelslid aan het bedrijfsbureau arbeid. De beklagcommissie heeft volgens klager ten onrechte overwogen dat zij het niet waarschijnlijk acht dat klager het formulier op dinsdag 26 juli 2011 heeft ingediend en het
waarschijnlijker is dat klager het formulier op woensdag of donderdag heeft ingediend en het formulier op de eerstvolgende werkdag, 1 augustus 2011, is verwerkt. Volgens klager is de beklagcommissie er aan voorbij gegaan dat er iets verkeerd kan zijn
gegaan bij het afleveren van het formulier door het personeelslid. Klager verzoek om toekenning van een tegemoetkoming van één week wachtgeld, namelijk € 12,20.

De directeur heeft schriftelijk aangegeven dat zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, niet is gewijzigd.

3. De beoordeling
Door de directeur is niet bestreden dat klager op 26 juli 2011 een aanvraagformulier arbeid heeft ingevuld en dit formulier aan een personeelslid heeft meegegeven dat ervoor zou zorgen dat dit formulier op de juiste wijze bij het bedrijfsbureau arbeid
terecht zou komen. De omstandigheid dat het formulier pas op 1 augustus 2011 bij het bedrijfsbureau arbeid is ontvangen, sluit naar het oordeel van de beroepscommissie niet uit dat, zoals door klager is aangevoerd, deze vertraging is ontstaan doordat
er
iets verkeerd is gegaan bij de aflevering van het formulier door het betreffende personeelslid. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd en het beklag alsnog gegrond worden
verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend ter hoogte van één week wachtgeld, namelijk € 12,20.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 12,20.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, prof. dr. A.M. van Kalmthout en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 22 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven