Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1279/GV, 21 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1279/GV

betreft: [klager] datum: 21 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 april 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wilde niet langer vluchten en is vrijwillig teruggekeerd naar Europa om de laatste twaalf maanden van zijn detentie te ondergaan. Klager heeft daarvoor zijn bedrijf en familie achtergelaten. Klager zal zich niet nog een keer aan detentie
onttrekken. De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad heeft geen bezwaar. Klager heeft belang bij het genieten van verlof, omdat hij in Nederland weer een leven wil opbouwen. Klagers kind en familie wonen in Nederland. Klager zal
gedurende zijn verlof Nederland dus niet verlaten.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is gedurende zijn huidige detentie op 16 mei 2004 niet teruggekeerd van zijn verlof. Klager is op 27 november 2011 ingesloten. Klager kan dus niet met de aan hem toevertrouwde vrijheden omgaan. Klager heeft hiermee het vertrouwen geschaad. Het
Openbaar Ministerie (OM) adviseert negatief in verband met vluchtgevaar.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Multi Disciplinair Overleg van de p.i. Lelystad adviseert positief ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het OM adviseert negatief in verband met vluchtgevaar. Klager heeft zich immers op 16 mei 2004 onttrokken aan detentie.
De politie heeft geen bezwaar ten aanzien van het verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. Klagers einddatum valt op of omstreeks 26 november 2012.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken blijkt dat klager zich gedurende zijn huidige detentie van 16 mei 2004 tot 27 november 2011 heeft onttrokken aan zijn detentie. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een contra-indicatie vormt voor
verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder
a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 21 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven