Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4167/GA, 15 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4167/GA

betreft: [klager] datum: 15 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 november 2011 van de beklagcommissie bij de locatie De Kruisberg Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 maart 2012, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, is namens de directeur van de locatie De Kruisberg Doetinchem gehoord [...], juridisch medewerker bij de penitentiaire inrichtingen Achterhoek.
Klager heeft, nadat hij zich aanvankelijk bij de locatie Ooyerhoek Zutphen had gemeld om te worden gehoord, voor aanvang van de behandeling van het beroep de inrichting verlaten.
Klagers raadsman, mr. D.M. Penn, is niet ter zitting van de beroepscommissie verschenen.

Van hetgeen ter zitting van de beroepscommissie naar voren is gebracht is een verslag gemaakt. Dat verslag is aan de directeur, klager en zijn raadsman toegezonden. Aan klager en de raadsman is de gelegenheid geboden het beroep schriftelijk nader toe
te
lichten en om een schriftelijke reactie te geven op het hen toegezonden verslag. Klager noch zijn raadsman hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen, in afwachting de uitslag van nader onderzoek naar de uitslag van een urinecontrole die duidde op fraude
(een kreatininegehalte van het urinemonster van lager dan 2).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt (schriftelijk) toegelicht.
Klager is van mening dat de controleresultaten onbetrouwbaar zijn en dat hem op grond daarvan geen ordemaatregel had mogen worden opgelegd. De voorgeschreven procedure voor de urinecontrole is in de locatie De Kruisberg Doetinchem niet gevolgd.
Volgens
klager kon de beklagcommissie, gelet op het door de directeur ingenomen standpunt, niet weten of de procedure op juiste wijze was nageleefd. Klager heeft gedetailleerd aangegeven hoe de procedure is verlopen. Daarnaast verschilden de uitkomsten van het
herhalings- en bevestigingsonderzoek veel van elkaar. Het had daarom in de rede gelegen als nader onderzoek was gedaan naar die verschillen in de uitslagen alvorens tot het opleggen van de ordemaatregel over te gaan. De mogelijkheid dat de testmonsters
niet of niet juist waren verzegeld en dat er een (onbewuste) verwisseling heeft plaatsgevonden, kan immers niet worden uitgesloten. Het beklag zou daarom gegrond moeten worden verklaard.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt gehandhaafd. Voorts wordt namens de directeur verwezen naar de eerdere – schriftelijke – toelichting van de directeur van 8 maart 2012

3. De beoordeling
Niet is aannemelijk geworden dat bij de bij de betreffende urinecontrole gevolgde procedure zou zijn gehandeld in strijd met de daaraan verbonden wettelijke vormvoorschriften. Nu aannemelijk is dat de procedurevoorschriften zijn gevolgd, kan worden
vastgesteld dat bij het primaire onderzoek en bij het herhalings- en bevestigingsonderzoek steeds een kreatininewaarde is geconstateerd die lager is dan de grenswaarde waaronder geen correcte bepaling van verboden stoffen in de urine mogelijk is. De
omstandigheid dat de bij die onderzoeken aangetroffen waarden enigszins van elkaar verschillen, maakt dit oordeel niet anders.
Het verweer dat er mogelijk sprake is geweest van een verwisseling van urinemonsters wordt, gelet op hetgeen hiervoor met betrekking tot de procedure is overwogen, niet aannemelijk geacht.
Hetgeen in beroep naar voren is gebracht – voor zover een en ander is komen vast te
staan – kan daarom niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagcommissie. het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de uitspraak van de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven