Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1449/STA, 11 mei 2012, schorsing
Uitspraakdatum:11-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1449/STA

betreft: [klager] datum: 11 mei 2012

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 67, vierde lid, tweede volzin, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak van 26 april 2012 van de beklagcommissie bij voornoemde
inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, inzake de verwijdering van zijn computer van zijn kamer.

De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken, het beroepschrift van 3 mei 2012, alsook van de schriftelijke reactie van mr. J.A.M. Kwakman, raadsvrouw van klager, van 9 mei 2012 op het
schorsingsverzoek.

1. De standpunten
Verzoeker heeft het verzoek als volgt toegelicht.
Teneinde de maatschappij te beschermen en de orde en veiligheid in de inrichting te handhaven is met ingang van 1 januari 2012 het Protocol computerapparatuur patiënten (hierna: Protocol) gewijzigd, waardoor patiënten slechts een computer op de kamer
mogen houden als zij over een machtiging voor onbegeleid verlof én toestemming van hun behandelcoördinator beschikken. Voornaamste reden is gelegen in de omstandigheid dat het vanwege de snel voortschrijdende ontwikkelingen in de IT en de huidige
technische mogelijkheden voor verbinding met een netwerk zeer moeilijk is computerapparatuur op de kamers gegarandeerd op misbruik te controleren. In het verleden is op verschillende manieren misbruik gemaakt, waardoor ernstige incidenten hebben
plaatsgevonden.
De beleidswijziging is eind 2011 vastgesteld en in de patiëntenraad besproken. Daarna is het nieuwe Protocol en de uitvoering daarvan geïntroduceerd op de afdelingen en aan de patiënten uitgelegd. Vervolgens is de computer van de kamer verwijderd
indien
patiënten niet over een machtiging voor onbegeleid verlof beschikken. Klager is daarvan tijdig en schriftelijk op de hoogte gesteld.
In het Protocol is alleen het nieuwe beleid opgenomen, niet de ook bestaande overgangsregeling. Patiënten zijn mondeling en schriftelijk ingelicht over die overgangsregeling, waardoor zij tot 1 februari 2012, en na verlenging tot 28 februari 2012,
belangrijke bestanden over hebben kunnen zetten. Tevens is in die periode onderzocht of voldoende mogelijkheden werden geboden om op andere wijze computergebruik te faciliteren. Op alle units is een nieuwe afdelingscomputer met een printer geplaatst.
Als dit niet voldoende mocht zijn, zal de mogelijkheid van een extra computer of een andere configuratie worden bekeken. Tevens is er vanaf 1 maart 2012 een internetcafé, waar patiënten met toestemming van hun behandelcoördinator onder strikte
voorwaarden en onder toezicht gebruik kunnen maken van internet. De inrichting heeft de patiënten een tegemoetkoming van € 75,= gegeven vanwege de impact van het nieuwe Protocol en het ondervonden ongemak.

De beslissing tot verwijdering van verzoekers computer van zijn kamer heeft daarom op rechtmatige gronden plaatsgevonden en is niet onredelijk of onbillijk. Teneinde de maatschappij te beschermen en de orde en veiligheid in de inrichting te beschermen,
acht de inrichting het noodzakelijk dat de beslissing van de beklagcommissie wordt geschorst totdat de beroepscommissie inhoudelijk op het beroep heeft beslist.

Klager heeft daarop als volgt gereageerd.
Aangezien de beklagcommissie niet heeft bepaald dat de uitspraak geheel of gedeeltelijk buiten werking blijft totdat deze onherroepelijk is geworden, is de inrichting gehouden de beslissing na te leven en klager zijn computer terug te geven. Klager
heeft om teruggave verzocht, maar de inrichting weigert dat tot op heden en heeft om schorsing verzocht.
Dit verzoek dient te worden afgewezen, omdat geen spoedeisend belang tegen teruggave van de computer aan klager aanwezig is. Er bestaat geen gevaar voor de orde en veiligheid als klager op zijn kamer beschikt over zijn computer. De inrichting heeft dit
ter zitting van de beklagcommissie bevestigd. De stelling dat het bezit van een computer in zijn algemeenheid een gevaar zou kunnen vormen, kan geen reden zijn om in klagers situatie dat gevaar aan te nemen.
Verder zijn de gevolgen van het teruggeven van de computer aan klager terug te draaien als de beroepscommissie het beroep van de inrichting gegrond zou verklaren.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat de beklagcommissie het beklag van klager tegen een door verzoeker genomen beslissing tot verwijdering van klagers computer van zijn kamer op grond van het gewijzigde Protocol gegrond heeft verklaard op de gronden dat klager
vóór wijziging van het Protocol al een computer op zijn kamer had, er geen redenen van openbare orde en veiligheid zijn die verwijdering van zijn computer van zijn kamer rechtvaardigen en in onvoldoende mate sprake is van een overgangsregeling met een
financiële component in combinatie met mogelijke alternatieven.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een uitspraak van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist.
In het licht van de aangevoerde feiten en omstandigheden en met name de motivering door verzoeker van de belangen bij voortzetting van de beslissing tot verwijdering van klagers computer van zijn kamer, zijn er vooralsnog termen aanwezig voor
toewijzing
van het verzoek tot schorsing, in afwachting van de uitspraak van de beroepscommissie. Het is aan de beroepscommissie om de beslissing van de beklagcommissie inhoudelijk te beoordelen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de uitspraak van de beklagcommissie in afwachting van de uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 11 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven