Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1146/GB, 26 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1146/GB

Betreft: [klager] datum: 26 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar een normaal beveiligde afdeling van de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught. Op 22 maart 2012 is hij overgeplaatst naar een normaal beveiligde afdeling van de b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid,
van de Regeling te Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Hij heeft aangevoerd dat hij mede gezien zijn psychische problematiek zeer veel moeite heeft met veranderende omstandigheden. In Vught heeft het bijna twee maanden geduurd voordat hij fatsoenlijk functioneerde.
Er is sprake van een zeer kort detentierestant tot 1 mei 2012. Het is voor klager onbegrijpelijk dat hij voor de laatste paar weken van zijn detentie nog wordt overgeplaatst naar de andere kant van het land.
Het selectieadvies is onbegrijpelijk en behelst slechts een schets van klagers persoons- en detentiegegevens. Een concreet selectieadvies ontbreekt.
Van een inhoudelijke reactie op het bezwaarschrift is geen sprake.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 15 maart 2012 heeft de sectordirecteur gevangeniswezen aangegeven dat er onvoldoende vrije plaatsen resteren om preventieven en arrestanten tijdig onder te brengen. Om op heel korte termijn toch alle gedetineerden te kunnen plaatsen, is verzocht om
te kijken welke gedetineerden kunnen worden overgeplaatst naar een b.b.i. c.q. een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling. De p.i. Vught heeft een groot aantal gedetineerden, waaronder klager, voorgesteld voor overplaatsing naar
een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling.
In het kader van een optimale landelijke capaciteitsbenutting is beslist om klager over te plaatsen naar de b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling te Veenhuizen.
In verband met de urgentie van de berichtgeving van de sectordirecteur gevangeniswezen is minder uitvoerig gerapporteerd dan gebruikelijk.
Klager heeft aangegeven, mede gezien zijn psychische problematiek, zeer veel moeite te hebben met veranderende omstandigheden. In het selectievoorstel van de p.i. Vught wordt echter aangegeven dat over klager, die daar op 29 december 2011 is
ingesloten,
geen bijzonderheden te melden zijn over zijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid.
De door klager opgegeven bezoekers komen uit de regio Eindhoven. Uit de bezoekregistratie van de p.i. Vught blijkt dat klager daar in 2012 geen bezoek heeft ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Groot Bankenbosch is naast b.b.i. tevens aangewezen als inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die op grond van de Wet Terwee 124 dagen vervangende hechtenis ondergaat, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In verband met een tekort aan plaatsen voor preventief gehechten en arrestanten is een grote groep gedetineerden, waaronder klager, overgeplaatst naar een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling.
Door klager is gesteld dat hij in verband met psychische problematiek slecht tegen verandering kan, maar dit is door hem niet onderbouwd met een medische verklaring. Uit het selectieadvies volgt dat klager normaal functioneert en in de p.i. Vught geen
bezoek ontving.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt, waarbij is meegewogen dat klagers detentie op 1 mei 2012 zal eindigen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven