Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0904/GV, 23 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/904/GV

betreft: [klager] datum: 23 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.F. Hoogervorst, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 maart 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft om incidenteel verlof verzocht in verband met het brengen van een kraambezoek. Dat verzoek is op 10 februari 2012 afgewezen door de directeur van de locatie
Zuyder Bos. Klager heeft tegen die beslissing een klaagschrift ingediend, omdat niet de directeur maar de selectiefunctionaris op dat verzoek had moeten beslissen. De directeur heeft klager gemeld dat het verzoek op 2 maart 2012 alsnog is doorgezonden
naar de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris heeft het verzoek op 6 maart 2012 afgewezen, omdat de noodzaak voor incidenteel verlof op dat moment niet meer aanwezig was. Klager is de dupe geworden van een onjuiste gang van zaken in de
inrichting, waardoor tijdsverloop is opgetreden. Klager heeft inderdaad bezoek gehad van zijn partner en kind maar dit mag hem in dit geval niet worden tegengeworpen. Een dergelijk bezoek in de inrichting kan niet gelijkgesteld worden met een
kraambezoek thuis. De selectiefunctionaris meldt voorts dat er negatief geadviseerd zou zijn door het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Nu dit pas wordt vermeld na de afwijzing van het verzoek, is onduidelijk of die adviezen van belang zijn
geweest bij de beoordeling. Klager beschikt evenwel enkel over een advies van het OM van 9 februari 2012. Het advies van de politie ontbreekt. Ten aanzien van het advies van het OM geldt dat de ernst van het door klager gepleegde feit en klagers
proceshouding (jaren geleden) geen grond kunnen zijn voor een afwijzing, in andere soortgelijke gevallen is immers wel verlof verleend. De te verwachten maatschappelijke onrust kan ook geen reden zijn voor een afwijzing van het verlofverzoek. Tussen
klagers verlofadres in Bovenkarspel en dat van de familie in Hoogkarspel liggen nog twee andere dorpen, die familie hoeft daarom niet geconfronteerd te worden met klager. Daarnaast zou ook een voorwaarde van begeleiding of bewaking kunnen worden
verbonden aan het verlof.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 2 maart 2012 heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos, nadat hij eerder abusievelijk het verzoek om incidenteel verlof heeft afgewezen, tegen welke afwijzing klager beklag heeft ingesteld, het verzoek om incidenteel verlof doorgezonden aan de
selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris heeft getracht bij de beklagcommissie de stand van zaken van de behandeling van het beklag te achterhalen, maar dat is niet gelukt. Omdat de noodzaak van het incidenteel verlof voor kraambezoek, klagers
partner is met het kind al op 16 februari 2012 bij klager bezoek geweest in een privékamer, niet meer aanwezig is, is het verzoek afgewezen.
De selectiefunctionaris heeft kennisgenomen van de adviezen van het OM en de politie, die beiden negatief heeft geadviseerd, en van het negatieve advies van de directeur van de locatie Zuyder Bos.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag in verband met klagers lange strafrestant, de negatieve adviezen van OM en politie en omdat klagers partner en kind hem inmiddels al hebben bezocht.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Amsterdam heeft aangegeven negatief te adviseren ten aanzien van het verlenen van incidenteel verlof, gelet op de ernst van het gepleegde feit, de proceshouding van klager en de omstandigheid klagers
partner
in de directeur omgeving woont van het slachtoffer.
De politie Noord-Holland Noord heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verlenen van verlof dat zal worden doorgebracht op het opgegeven verlofadres in Bovenkarspel.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 15 jaar met aftrek, wegens moord. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 5 februari 2017. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 20 dagen te ondergaan.

Op grond van artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is.
Op grond van artikel 26 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor een kraambezoek. Dat kraambezoek vindt, behoudens medische complicaties, plaats binnen veertien dagen na de bevalling.

Ten aanzien van de beslissing van de directeur van de locatie Zuyder Bos van 10 februari 2012 stelt de beroepscommissie voorop dat zij daarover in deze procedure geen oordeel kan geven. Die beslissing is voorgelegd aan de beklagcommissie en deze zal
daarop een beslissing nemen, tegen welke beslissing (eventueel) beroep openstaat bij de Raad.

Ten aanzien van de beslissing van de selectiefunctionaris geldt dat, nu klager inmiddels op 16 februari 2012 is bezocht door zijn partner en hun kind, de selectiefunctionaris in redelijkheid kon oordelen – naast eventuele andere contra-indicaties voor
het verlenen van (incidenteel) verlof – dat de noodzaak voor het brengen van een kraambezoek niet meer aanwezig was. Om die reden moet worden geoordeeld dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven