Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1278/GB, 2 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1278/GB

Betreft: [klager] datum: 2 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Weehuizen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 7 mei 2012 te melden in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is bij uitspraak van 25 november 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen. Deze uitspraak is onherroepelijk geworden op 10 december 2011. Op 2 april 2012 is klager opgeroepen om zich op 7 mei 2012 te melden in de beperkt
beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is van mening dat de periode tussen de oproep zich te melden en de datum waarop hij zich dient te melden te kort is om alle noodzakelijke regelingen te treffen. Klager wil uitstel van
zijn
meldplicht zodat zijn medische gesteldheid op juiste wijze kan worden beoordeeld. Tevens wil klager uitstel van zijn meldplicht vanwege de omgang met zijn minderjarige dochter. Juist in de periode dat klager gedetineerd zal zijn, kan omgang met zijn
dochter plaatsvinden. Klager vreest dat, als hem geen uitstel van zijn meldplicht wordt verleend, de band met zijn minderjarige dochter onherstelbaar zal worden geschaad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft op 4 maart 2012 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden in een b.b.i. Klager was vanaf dat moment ervan op de hoogte
dat hij een oproep kon verwachten om zich te melden en hij had dan ook op voorhand de nodige voorbereidingen kunnen treffen. Klager heeft in zijn bezwaarschrift aangegeven dat hij van mening is dat zijn gezondheidsklachten op korte termijn door een
medisch specialist dienen te worden beoordeeld. Uit het bezwaarschrift blijkt niet dat klager een (huis-)arts heeft geconsulteerd. Bovendien heeft klager zijn standpunt niet met documenten onderbouwd. De inrichting beschikt over een medische dienst
waar
klager met zijn hulpvragen terecht kan. Wat betreft klagers omgang met zijn dochter geeft de selectiefunctionaris aan dat niet is gebleken dat de gemaakte afspraken reeds zijn vastgelegd en niet kunnen worden verzet. Gelet op de duur van de te
ondergane
gevangenisstraf zou klager de contactmomenten met zijn dochter om zijn detentieperiode heen kunnen plannen. Bovendien biedt uitstel van de meldplicht geen soelaas, aangezien op een later moment zich soortgelijke problemen als waarvan thans sprake is
zullen voordoen.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft niet aangegeven tot wanneer hij uitstel van zijn meldplicht wenst in verband met zijn gezondheidsklachten en de omgang met zijn dochter. Uit de stukken blijkt dat klager op 4 maart 2012 een verklaring heeft ondertekend waarin hij
aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. Klager wist op dat moment dat hij spoedig een oproep tot melden zou ontvangen. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager dan ook voldoende tijd gehad om regelingen
te treffen voor wat betreft de omgang met zijn dochter en zijn gezondheidssituatie. Bovendien ontbreekt enige nadere feitelijke onderbouwing van klagers gezondheidsklachten dan wel de noodzaak om op korte termijn een medisch specialist te consulteren.
De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 2 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven