Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1263/GB, 7 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:07-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1263/GB

Betreft: [klager] datum: 4 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een basis penitentiair programma (b.p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 juni 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De stelling dat er nog een interventie loopt is onjuist. Klagers diploma-uitreiking is op 19 april 2012. Daarna zou klager deelnemen aan een b.p.p. Klagers behandeling bij de Waag is op vrijwillige basis en niet door het programma Terugdringen Recidive
(TR) geïndiceerd. Gelet op klagers einddatum van 22 mei 2012 en het feit dat hij een strafrestant van minimaal vier weken moet hebben om deel te mogen nemen aan een p.p., verzoekt klager om een snelle behandeling van de zaak. Indien een p.p. niet meer
mogelijk is, verzoekt klager om een tegemoetkoming omdat het dan voor klager niet meer mogelijk is om te re-integreren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het b.p.p. is een vastgesteld programma. Indien er nog interventies plaatsvinden, dan dient er gekeken te worden naar een regulier p.p., waarbij de reclassering adviseert. De selectiefunctionaris heeft aan de inrichting geadviseerd om een
adviesaanvraag
bij de Reclassering in te dienen. De selectiefunctionaris heeft een dergelijk advies niet ontvangen. Vanwege het volgen van een behandeling bij De Waag heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek afgewezen.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De beroepscommissie gaat bij de beoordeling van deze zaak uit van de bij het selectieadvies gevoegde gegevens betreffende de insluitingtitels. Uit die gegevens blijkt dat de fictieve einddatum van detentie 22 mei 2012 is. Dit gegeven brengt met
zich dat op de datum van de bestreden selectiebeslissing er nog een te ondergaan strafrestant als bedoeld in artikel 4, tweede lid sub b, van de Pbw bestond van ten minste vier weken. Klager voldeed, zo blijkt uit het positieve selectieadvies van de
inrichting, ook aan de andere vereisten voor deelname aan een p.p. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom het enkele gegeven dat klager op vrijwillige basis (en dus niet als onderdeel van een TR-traject) deelneemt aan een
behandeling bij De Waag, grond zou moeten zijn om klager niet deel te laten nemen aan een basis p.p. De beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle betrokken belangen, niet in stand blijven en het beroep wordt gegrond
verklaard.
Gelet op de fictieve einddatum van klagers detentie is het opdragen aan de selectiefunctionaris om opnieuw te beslissen met inachtneming van deze uitspraak zonder zin. Om die reden zal klager, nu hij ten onrechte niet heeft kunnen deelnemen aan een
p.p., een tegemoetkoming worden toegekend van € 50,00.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op €50, =.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven