Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1129/GB, 23 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1129/GB

Betreft: [klager] datum: 23 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Heemskerk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem op te roepen om zich per 1 mei 2012 te melden in het Justitieel Medisch Centrum Haaglanden (JMC) te Den Haag voor het ondergaan van een hem opgelegde
vrijheidsstraf ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is thans niet gedetineerd.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager lijdt aan een ernstige vorm van Astma. Om die reden heeft de Medisch Adviseur aan de selectiefunctionaris gemeld dat klager niet detentiegeschikt wordt geacht voor een verblijf in een reguliere inrichting. Klager werd eerder opgeroepen voor 5
maart 2012 maar hem is uitstel verleend omdat hij – in verband met een ziekenhuisopname – niet in staat was zich toen te melden. Bij klager is sprake van een gecompliceerd verloop van zijn astma bronchiale. In het afgelopen jaar is klager vier keer
opgenomen geweest in het ziekenhuis in verband met exacerbatie daarvan, omdat de astma door corticosteroïden onvoldoende kan worden gereguleerd. Klager staat thans op de wachtlijst voor beoordeling tot behandeling in het astmacentrum Heideheuvel.
Volgens klager zal zijn geschiktheid tot een langer verblijf in het JMC sterk worden bepaald door de aard en expertise van de ondersteunende medische dienst. Klager is daarom van mening dat opnieuw moet worden onderzocht of klager detentiegeschikt is
en
of behandeling in het astmacentrum Heideheuvel prioriteit dient te krijgen. Klager is van mening dat het advies van de Medisch Adviseur nogal kort door de bocht is. Niet wordt gemotiveerd waarom de medische dienst van het JMC voldoet aan de zorg die
klager nodig heeft. Dat klemt te meer nu klager op 21 maart 2012 opnieuw is opgenomen op de afdeling longziekten in verband met een luchtweginfectie. Klager was toen in het ziekenhuis voor een orthopedische ingreep. Klager zit al minstens zestien weken
met een voet in het gips en dient daaraan te worden geopereerd. Deze ingreep zal opnieuw moeten worden ingepland, maar dat zal waarschijnlijk niet geschieden voor eind april 2012. Ook de intake en opname bij Heideheuvel is nog niet gerealiseerd omdat
die op zijn vroegst zes weken na de hiervoor genoemde operatie kan plaatsvinden. Indien klager zich op 1 mei 2012 zou moeten melden bij het JMC, zal dit gevolgen hebben voor zijn herstel/behandeling. Klager is van mening dat hij alsnog uitstel van zijn
meldingsplicht dient te krijgen en dat de Medisch Adviseur opnieuw een oordeel dient te geven, dit keer naar aanleiding van een – door klager voorgesteld – onderzoek door een keuringsarts van de Dienst Justitiële Inrichtingen, waardoor hij een beter
beeld zou kunnen krijgen van de ernst van klagers situatie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft de Medisch Adviseur op 19 maart 2012 zijn eerdere advies van 19 juli 2011 gehandhaafd. Hij heeft daarbij kennis genomen van de brief van de longarts van 1 maart 2012. De Medisch Adviseur heeft aangegeven dat
klager detentiegeschikt is voor opname in het JMC en dat het JMC over voldoende deskundigheid beschikt om klager de benodigde zorg te bieden. De selectiefunctionaris is van mening dat hij op dat advies van de Medisch Adviseur mag afgaan. De Medisch
Adviseur heeft, anders dan veel behandelend artsen, zicht op de mogelijkheden van het JMC. Het JMC werkt nauw samen met reguliere ziekenhuizen, waardoor uiteenlopende medische specialistische zorg kan worden geboden. Uit de nadere brief van de longarts
van 29 maart 2012 komt niet naar voren dat er nieuwe inzichten zouden zijn. Klagers situatie is daarom ongewijzigd en het medisch advies van 19 maart 2012 is daarom voor de selectiefunctionaris nog steeds actueel. De omstandigheid dat klager en zijn
behandelend arts de voorkeur geven aan een opname in het astmacentrum Heideheuvel, betekent niet dat een opname in het JMC gecontraïndiceerd is. De orthopedische ingreep waarover in het beroepschrift wordt gesproken, kan ook vanuit detentie
plaatsvinden.

4. De beoordeling
4.1. Het JMC is (onder meer) een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een inrichting voor opvang als bedoeld in artikel 19 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling).

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager, die als zelfmelder moet worden aangemerkt, komt op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling, in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau. Nu de Medisch
Adviseur klager op medische gronden detentieongeschikt heeft geacht voor plaatsing in een reguliere inrichting, kan klager, gelet op het bepaalde in artikel 19 aanhef en onder c van de Regeling, geplaatst worden in het JMC. De beroepscommissie acht,
anders dan is gesteld in het beroepschrift, voldoende aannemelijk dat aan klager in het JMC alle benodigde medische zorg op een verantwoorde wijze kan worden geboden. Gelet daarop is er geen aanleiding om klager langer uitstel toe te staan voor het
ondergaan van de hem opgelegde vrijheidsstraf. Dit maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven